woensdag, juli 01, 2009

De mooiboy-misvatting

David Beckham is een van de weinige spelers die ook bij het niet-voetballende publiek bekend is. Met zijn goede looks en pikante reclamecampagnes wordt hem vaak verweten dat hij teveel met randzaken bezig is. Hij zou meer tijd besteden aan het modelleren van zijn haar dan aan dingen die op het voetbalveld gebeuren, bijvoorbeeld. Persoonlijk vind ik dit zwaar onterecht, want als er iemand symbool staat voor een modelprof, dan is het deze David Beckham wel.

david-beckham-emporio-armani2

zondag, juni 28, 2009

Zomermuziek

Met dit warme weer is het tijd om eens lekker zomerse muziek te gaan luisteren.

Zo'n liedje met een gitaar, rustige begeleiding en een melodie die je weg laat dromen. Zo'n liedje als hieronder, van de Argentijnse band Los Enanitos Verdes.


woensdag, juni 24, 2009

Shirtjesoorlog

champions-league-final-barcelona-manchester-u_2311113
Het sportmerk Nike, wereldwijd marktleider op het gebied van sportproducten, zal in haar handen geknepen hebben met het affiche van de afgelopen Champions League-finale. Twee teams die met de bekende swoosh op de borst liepen, namen het tegen elkaar op in de meest prestigieuze clubwedstrijd ter wereld. Voor Nike was dit een reden om twee nieuwe presentatiejasjes te ontwerpen, die doorgingen op de moderne retrolook dat het merk sinds het WK van 2006 geïntroduceerd heeft. Het betrof twee jasjes met een subtiele, dunne V-streep op het torso.

maandag, juni 22, 2009

Verliezen om te winnen

“ Every winner has scars”
- Robert N.C. Nix

Verliezen om te winnen

De in Goirle geboren Mathieu Hermans was vanaf het midden van de jaren ’80 een bovengemiddelde sprinter in het profpeloton. Hij floreerde in dienst van Spaanse ploegen als Seat en Caja Rural en het mag dan ook geen wonder heten dat veel van zijn successen behaald werden op Spaanse bodem. Hermans had echter net als vele andere Nederlanders maar één echte droom: een rit winnen in “la Grande Boucle”, de Tour de France.



Tijdens zijn eerste van vijf deelnames, in 1986, moest Hermans echter opgeven vanwege een sleutelbeenbreuk. Het jaar erna mocht hij de rode lantaarn in ontvangst nemen, een prijs voor de laatste plaats van het klassement. Deze prijs is meer prestigieus dan hij op het eerste gezicht lijkt, want zo’n vermelding was goed voor een hoger tekengeld in de criteriums.

Toen in 1988 de Tour overstelpt werd met Nederlands succes (Panasonic, Steven Rooks, Jelle Nijdam), wilde Hermans ook een gooi naar de eer doen. Helaas voor hem was er nog een Nederlandse sprinter met een neusje voor ereprijzen. Jean-Paul van Poppel won die Tour vier keer een rit, waaronder de fameuze eindsprint op de Champs-Elysées, en liet Hermans keer op keer achter als verliezer. Hermans kon zelfs zijn rode lantaarn niet prolongeren, doordat hij “slechts” 147e werd van de 151 gefinishte renners.



Hierop revancheerde hij zich door in de daaropvolgende Vuelta maarliefst zes ritten te winnen, iets wat nog altijd een Nederlands record is. Wanneer de Tour van 1989 dan aan de beurt is, grijpt Hermans zijn kans. Op 12 juli, in de elfde etappe met aankomst in Blagnac (net boven de Pyreneeën) was het definitief raak voor Hermans. Echter, alsof het lot met hem speelde, had deze etappezege er tot de laatste bocht niet ingezeten. De Belg Rudy Dhaenens was gevlucht uit het peloton en leidde tot op dat moment de race, totdat hij in deze laatste bocht een smakkerd op het asfalt maakte. Alsof de goden wilden zeggen, vandaag is onze Mathieu aan de beurt. De Tour van 1989 kende nog eens een succes voor Hermans, doordat hij voor de tweede keer de rode lantaarn mee naar huis mocht nemen. Hiermee was hij tot de Tour van 2008 gedeeld recordhouder en dus eindelijk een winnaar.

Hermans reed zijn laatste Tour in 1990, waarna hij in 1993 het profwielrennen voor gezien hield. Recent kwam hij in het nieuws, doordat hij tegenover Mart Smeets impliciet toegaf tijdens die voor hem zo succesvolle Tour van 1989 EPO te hebben gebruikt. Was de coureur Hermans, die misschien gebukt ging onder zijn Tour de France-faam van eeuwige verliezer, zo’n hopeloos geval dat hij zijn toevlucht zocht in verboden middelen?

Het antwoord is nee, dat was hij niet. EPO was in die tijd nog niet verboden en kon dus naar hartenlust gebruikt worden, het zat in een vergelijkbare fase als de CERA die dopingcontroleurs pas bij de vorige Tour de France konden opsporen. Iedereen gebruikte het, de een wat meer dan de ander. Zoals collega en winnaar van het combinatieklassement Steven Rooks het zei: “Je moest wel als je mee wilde in de top.” Vandaag de dag is dat niet anders, dat kan ik u verzekeren. Het wielrennen is een sport geworden waarin niets meer te winnen is, maar des te meer te verliezen.

Tegenwoordig is Mathieu Hermans werkzaam als wielercommentator.

woensdag, juni 03, 2009

In Cleveland staat een handelshuis

De playoffs in de NBA bereiken hun hoogtepunt morgenavond, met de eerste wedstrijd van de NBA Finals tussen de Los Angeles Lakers en de Orlando Magic. Geen Kobe tegen LeBron, maar Kobe tegen Dwight. Geen kroon op het meest succesvolle seizoen ooit van de Cavaliers-franchise. Buiten Coach of the Year en MVP, hebben de Cavaliers niks om op terug te kijken. Het is weer een verloren jaar in de jacht op die ene titel.

Blijkbaar hoor je na een verlies als zaterdag tegen Orlando je tegenstander hartelijk te feliciteren met zijn plek in de finale. Doe je dat niet, dan sta je voor paal voor heel het land, en misschien nog wel ver daarbuiten. Het is het hypocriete Amerika op z’n best.


Terwijl er genoten wordt van een harde fout hier en daar in wedstrijden zelf, waarbij de zender van de fout zijn prooi ook nog eens een vuile blik geeft en er wat woordenwisselingen plaatsvinden, is het feliciteren van je tegenstanders onderhand regel nummer één uit het boek van de basketbalethiek.

De mediabelangstelling voor de “misstap” van LeBron James op zaterdag was dan ook overweldigend. Nog steeds vinden allerlei mensen dat hij zich moet excuseren en vooral bescheidenheid moet tonen. Valse bescheidenheid dan wel. Die atleet zit ook vol emoties, vaak van afgunst of teleurstelling, waardoor een felicitatie nooit oprecht zal klinken. Laat de sporter toch lekker zelf uitmaken wat hij doet na afloop, zolang hij zijn eigen team maar niet in de steek laat.

Genoeg daarover. Toen ik eerder over de Cavaliers schreef, zei ik dat ze een goede, ervaren schutter nodig hadden om echt kans te maken op een kampioenschap. Ze maakten echter geen transfer in de daarvoor opgegeven periode, en haalden enkel Joe Smith als back-up voor Ben Wallace. In de playoffs bleek dat ze dat beter wel hadden kunnen doen. Niemand buiten LeBron James en Delonte West had een consistent niveau in ook maar één van de drie rondes die de Cavaliers speelden. De grote mannen van de Cavaliers hadden daarnaast de grootste moeite om hun veel snellere tegenstanders bij te houden. Hierdoor kwam Cleveland met veel kleine spelers te staan, die vervolgens hun driepunters niet konden verzilveren. Dramatisch hoogtepunt was Wally Szczerbiak, die misschien vijf minuten goed speelde in heel de campagne. Diezelfde Wally had als ruilobject gebruikt kunnen worden in de afgelopen transferperiode, om de gewilde, doorgewinterde scorer te halen.

Gelukkig voor de Cavaliers zijn er tal van opties om ze volgend seizoen naar een hoger plan te brengen, en strijdbaarder te maken voor de playoffs. Zo lopen de contracten van Ilgauskas (10,8 miljoen), Szczerbiak (13 miljoen), Varejao (5,7 miljoen), Wright (1,2 miljoen) en Joe Smith (1,2 miljoen) af. Totaal krijgen ze hierdoor een salarispost van 54,1 miljoen, ten opzichte van 91 miljoen van het afgelopen seizoen. Met die ruimte in gedachten, kunnen ze een paar mooie free agents binnenhalen.

Het rijtje met de meest prominente namen bestaat uit Kobe Bryant, Carlos Boozer, Allen Iverson, Ron Artest, Jason Kidd, Shawn Marion, Andre Miller, Lamar Odom, Rasheed Wallace, Charlie Vilanueva en Mike Bibby. Natuurlijk zijn er nog meer namen te noemen, maar laten we allereerst eens kijken naar het team roster van de Cavaliers, zoals dat in 2009 zal zijn in het meest gunstige geval.

Huidig roster

Toekomstig roster

Hier zien we dat rookie Darnell Jackson alleen staat op de power forward, en een steeds ouder wordende Ben Wallace op de center alleen rookie JJ Hickson achter zich heeft. Willen de Cavaliers meedoen om de prijzen, dan moeten ze deze twee posities absoluut versterken. Daarnaast is er door het wegvallen van Wally een extra shooting forward of shooting guard gewenst, om de druk van James af te nemen indien dat nodig is.

Een ruil is alleen gewenst als men Ben Wallace kan betrekken in de deal. Zijn contract, ter waarde van nog eens veertien miljoen euro, loopt na komend seizoen af, waardoor hij een interessante optie is voor ongeveer elk team. In de zomer van 2010 is het namelijk tijd voor de meest getalenteerde groep free agents ooit, aangevoerd door LeBron James zelf. Hierdoor wordt deze zomer al de “Summer of LeBron” genoemd.

Boozer en Andersen

Potentiële krachten voor deze Cavaliers zijn bijvoorbeeld Mehmet Okur (center) en Carlos Boozer (power forward) van de Utah Jazz. Een terugkeer van Boozer naar Cleveland lijkt echter uit den boze, aangezien hij zich niet geliefd heeft gemaakt met zijn eerdere vertrek. Daarnaast is Chris Andersen (center) van de Denver Nuggets misschien een hele nuttige kracht. Na zijn schorsing van twee jaar voor het gebruiken van drugs, is hij vorig seizoen helemaal opgebloeid bij de Nuggets, die zelfs de finale van de Western Conference haalden. Een zekerheidje lijkt het aantrekken van de 31-jarige Shawn Marion (small forward) van de Toronto Raptors. Marion is een speler die op alle plekken kan spelen buiten de point guard, en hij beschikt bovendien over de kracht en de snelheid die de Cavaliers zo missen bij de grotere spelers. Het nadeel is dat hij een exorbitant salaris (17,2 miljoen) verdient, en het is de vraag of hij daarop wil inleveren.

Als laatste belicht ik de twee spelers van de Lakers, Lamar Odom (power forward) en Trevor Ariza (small forward). Beiden staan inmiddels voor de tweede keer op rij in de finale met de Lakers en staan bekend om hun atletische vermogen. Deze combo zou voor de Cavaliers ideaal zijn om toe te voegen aan het team. De vraag is echter of zij weg willen bij de Lakers, die nog kampioen kunnen worden.

Misschien is een nieuwe rits aan spelers niet het enige dat ze nodig hebben. Coach Mike Brown werd dan wel benoemd tot Coach van het Jaar, ik heb hem zelden echte spelvarianten uit zien voeren wanneer zijn team in de aanval is. Wanneer zijn team achter komt, gaat alles op James en blijft de rest veelal aan de kant staan, gedegradeerd tot figuranten die met zijn allen staan te kijken hoe de beste speler van hun team het zaakje opknapt. Met een eenmansaanval win je geen kampioenschappen. Neem een assistent-coach aan die zich specialiseert op aanvallende plannen of plaats een ander voor de groep. Iemand als Sam Mitchell, Terry Porter of Jeff Van Gundy.

Mijn ideale plaatje voor komend seizoen zou er, na veel wikken en wegen, zo uitzien.

Hopelijk roster

Hiermee geven ze relatief gezien weinig uit. Andersen kost Denver nu minder dan een miljoen, Ariza verdient 2,9 miljoen in Los Angeles en (als hij eventueel toch komt) Odom 11,4 miljoen. Vilanueva (Bucks) is goed voor 3,4 miljoen, terwijl de twee spelers van Utah respectievelijk 11,5 miljoen en 8,5 miljoen verdienen. Dit brengt de totale kosten voor dit pakket op 38,7 miljoen. Met de ruil van Ben Wallace inbegrepen, krijgt de totale salarispost van de Cavaliers hierdoor een grootte van 78,8 miljoen, een gezond bedrag.

Met dit team wordt de kans dat LeBron James bijtekent in zijn thuisstaat een stuk groter, omdat dit een team is wat structureel om de prijzen mee kan doen.

Bienvenido Ricardo!


Ricardo Izecson dos Santos Leite, welkom bij de maagdelijk witten. Zo te zien heb je het naar je zin. We hebben alvast een shirtje voor je gedrukt.

zaterdag, mei 30, 2009

Capo di tutti capi

De afgelopen Champions League-finale was een redelijk eenzijdige aangelegenheid. Zo eenzijdig zelfs dat de president van het gastland op zijn dure stoeltje een dutje deed. Even lekker slapen, noem het een afterdinnerdip. Voor de Italiaanse charlatan waren het kostbare minuten, want hij slaapt de laatste tijd ongetwijfeld slecht.


De oppositie in Italië spreekt schande van de vermeende escapades van president Silvio Berlusconi. Hij zou een relatie hebben met een pas achttienjarig meisje. Het is een prestatie waarvoor de 72-jarige Berlusconi alle lof verdient. Op zijn leeftijd zouden de meesten van ons tegen een uitgezakte Dokter Oetker-kop aankijken die veel wegheeft van een afgesleten grindtegel.

Wel is het niet zo slim van de Italiaan om dit te doen terwijl hij al een vrouw heeft, met wie hij al enige tijd getrouwd is. Aan de andere kant, niemand is perfect.


Zijn vrouw zou nu toch echt van hem willen scheiden. Kan het de man uit Milaan nog makkelijker afgaan? Geen gezeur over hoe dit nu weer uit te leggen, maar gewoon een snelle scheiding en hij kan op weg naar zijn nieuwste verovering. Eerlijk gezegd moet zijn vrouw wel heel erg naïef zijn geweest als ze denkt dat hij de resterende tijd wel trouw geweest is.


Heel Europa heeft wel een mening over Berlusconi en veelal is die mening niet erg positief. Dan wordt hij weer een maffiamannetje genoemd, of een gladjakker, dan een soort dictator. Wie zich van die beschuldigingen bedient, moet zich beseffen dat we te maken hebben met de personificatie van de stereotype Italiaan, een type waarvoor vrouwen in katzwijm vallen. Het is een beeld dat door diverse ervaringen met het Zuid-Europese volk ontstaan is, en nu dus eindelijk gerechtvaardigd. Stereotype af dus, of bevestigt de uitzondering de regel?


Zie Berlusconi dus meer als trendsetter, als visionair, of loverboy avant-la-lettre. Feit blijft dat het mystieke imago van de Italiaan zo blijft bestaan. Mijn naamgenoot van de Ristorante-pizza’s maakt er dankbaar gebruik van.


P.S.: Ben ik de enige die de opzichtige naamsverandering van het puddingmerk irritant vind?

woensdag, mei 20, 2009

When the Tigers broke free

Op zaterdag 16 mei trok een groep van 42 Nederlanders richting een Engelse Premier League-wedstrijd, terwijl in hun verblijfplaats Manchester de plaatselijke United kampioen kon worden tegen Arsenal. Wat hen bezielde? Dat vraag ik me ook nog steeds af.


Met een brak hoofd in de bus richting Bolton bekroop mij het gevoel dat ik snel wat goudgeel vocht naar binnen moest werken. Er moest immers uit volle borst gezongen worden tijdens de laatste thuiswedstrijd van de Wanderers. De tegenstander van vandaag, Hull City, kon met een gelijkspel wellicht goede zaken doen in de strijd om directe degradatie. Vandaar dat de uitsupporters in grote getale aanwezig waren en zelfs de hele zuidkant van het stadion innamen.

Aangekomen in de catacomben werd er driftig gezocht naar een goudgele rakker met witschuimende kraag, zoals ze dat in Tilburg zo mooi zeggen. Terwijl de pints met Carling als zoete broodjes over de toonbank gingen, moest er tot grote verbazing geconstateerd worden dat het bier niet mee op de tribune mocht. Een steward vertelde ons dat het agressie op zou wekken. Dan maar even meer dan een halve liter bier wegtikken in vijf krappe minuten, want het begin van de wedstrijd mocht niet gemist worden.


Beneden op het veld waren de Bolton cheerleaders al flink aan het dansen. De ploegen betraden het veld onder luid applaus, met een speciaal warm welkom voor de keeper van de thuisploeg, Jussi Jääskeläinen. Hij speelde op deze dag zijn laatste thuiswedstrijd in de Premier League. Verder waren bekende namen als Elmander, Gretar Steinsson, Geovanni en George Boateng van de partij.


Terwijl er een typisch Engelse sfeer verwacht werd, met aan beide kanten supporters die tot de laatste snik elkaar probeerden te overstemmen, werd Bolton de gehele wedstrijd weggezongen door de fanatieke aanhang van Hull City. Het thuispubliek kwam niet verder dan een repertoire van twee liedjes, die eens in de tien minuten voorbij kwamen.

Het spelbeeld was van eenzelfde kwaliteit. Bolton begon weliswaar aardig, met een paar kansjes voor het doel van Hull, maar van echte dreiging was nog geen sprake. Tot de zesentwintigste minuut, waarin Bolton een dot van een kans om zeep hielp. De afgeslagen bal werd opgepikt door Gretar Steinsson, die onberispelijk binnenschoot, een fenomeen dat ook in zijn AZ-periode wel eens voorkwam.


Na deze voorsprong verzandde het spel van Bolton in het stereotype beeld dat men heeft van het Engelse voetbal. Lange halen, snel thuis, zo zou Mart Smeets het omschrijven. Het was fascinerend en onbegrijpelijk tegelijkertijd om te zien hoe keeper Jääskeläinen steeds maar weer de bal naar voren moest schieten, terwijl het speelveld verkleind werd tot een ruimte van twintig bij twintig meter rond de middenlijn.


Misschien is het daarom dat mijn sympathie meer naar Hull trok, maar het moet gezegd worden, die ploeg probeerde tenminste te combineren. Het was dan ook volledig terecht toen the Tigers twee minuten na de rust gelijkmaakte uit een prima aanval. Hiermee was de wedstrijd eigenlijk zo goed als over. Hull probeerde het nog wel, maar kwam niet door de eenmansmuur die Danny Shittu heet heen. Bolton was op haar beurt niet bij machte om ook maar iets te produceren in de resterende minuten. Zo eindigde één van de meest saaie wedstrijden die ik ooit heb mogen aanschouwen in een 1-1 gelijkspel.


Trouw als ze zijn, bedankte het publiek de spelers, die op hun beurt de supporters bedankten voor de steun het afgelopen seizoen. Mijns inziens is dat meer dan terecht, mochten zij iedere twee weken zo’n drama aanschouwen.

Na de wedstrijd kwamen er nog een aantal Hull-spelers terug op het veld, om de meegereisde supporters die nog in vlokjes over de tribune verspreid waren, te bedanken. Op dat moment werden aan onze kant verschillende liederen ingezet die George Boateng verheerlijkten. George was zichtbaar in zijn nopjes met deze persoonlijke ode en kwam breed lachend naar de noordtribune om ook zijn Nederlandse fans te bedanken. Zo kreeg de saaie wedstrijd toch een prettig einde.


Wat mij het meeste is bijgebleven van deze wedstrijd zijn eigenlijk drie dingen. Ten eerste, het complete gebrek aan lijn in het spel van Bolton. Ik kijk veel te weinig Premier League-voetbal om te zeggen dat dit het normale spelbeeld is, maar misschien moet men eens overwegen om een andere tactiek te hanteren. Ten tweede was er het fanatisme van de uitsupporters uit Hull. Een dik compliment voor de manier waarop ze achter de ploeg bleven staan na de achterstand, het bekende “we are staying up” klonk daarom des te zoeter na het eindsignaal. Ten derde heb ik mij als liefhebber verbaasd over hoe perfect George Boateng in deze stijl van voetballen past. Als stofzuiger op het middenveld was hij keer op keer present met een stevige tackle of een nuttige overname. Alle lof voor deze verder beperkte middenvelder.

Na deze dag moet ik concluderen dat een Premier League-wedstrijd een beleving is die je eens moet meemaken, maar dat ik kan adviseren dat niet bij Bolton te doen. Ga dan naar een club die wel een duidelijke speelstijl hanteert en niet vies is van een combinatie hier en daar. Ga naar een club die fanatieke fans heeft. Ga naar Hull City.

maandag, april 27, 2009

Het betere jatwerk

Heeft iemand van jullie de rel rondom Coldplay’s Viva la Vida gevolgd? Die rel is gebaseerd op de stelling dat Coldplay de hoofdmelodie van hun hit gejat zou hebben van een nummer van gitaarvirtuoos Joe Satriani (onder andere bekend van Surfing with the Alien) uit 2004.

Wat het een beetje gênant maakt, is het feit dat de melodie al langer bestaat dan Satriani denkt. Cat Stevens gebruikte het al in de in muziektermen genoemde “bridge” van het nummer “Heaven” uit 1973. Ook de Argentijnse rockgroep Los Enanitos Verdes (wat staat voor de kleine groene dwergen) waren er een jaartje eerder bij, met het nummer “Frances Limón” uit 2003. Hell, zelfs de foute Günther was eerder.



Het is overigens ook niet de eerste keer dat ze dit doen. Ik weet ineens weer waarom Coldplay mij niet zo ligt.

donderdag, april 23, 2009

Help, de zomer komt eraan!

Maandagmiddag op de Korvelseweg, zachte temperaturen met een fris windje. Spitsuur door een vrachtwagen die alles ophoudt, omdat de chauffeur zo nodig een bestelling moet afleveren.

Opeens kwam ze daar voorbij. Haar staart deinend in de wind, haar lustige ogen met de blik op oneindig. Ze fietste op haar gemak, want voor haar leek de tijd stil te staan. Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden.

Ze had een alleraardigste spijkerbroek aangetrokken, met een motiefje bij de broekzakken. Daarbovenop droeg ze een zachtroze hemd dat zich luchtig om haar goedgevulde lichaam had gevouwen. Haar fiets bezweek bijna onder de kracht van haar wulpse dijen.

En lelijk dat ze was. Het type vrouw dat je achter een hijglijn verwacht. Met een bril uit het jaar blok, een whiskeystem en een buik waar zwangere vrouwen zelfs u tegen zeggen. De huisvrouw uit de lage inkomensklasse met weinig gevoel voor mode, laat staan lichaamsbedekking. Smaak is niet iedereen gegeven, maar hier had ik bijna de alarmdienst gebeld.

Sindsdien is dat beeld op mijn netvlies gebrand. Stichting Correlatie heeft de handen vol aan me. Had ze nou maar iets minder onthullend aangetrokken, dan was ze me niet opgevallen, dan had het me niks gedaan.



Helaas, het wordt weer zomer, wen er maar vast aan.

woensdag, april 22, 2009

AZ bereikt huidig plafond

Wat was het weer een spannende voetbalavond zaterdag. Een ware veldslag in Rotterdam, waar drie spelers rood zagen, maar belangrijker nog was de situatie in Alkmaar. AZ kon namelijk kampioen van Nederland worden wanneer er gewonnen werd tegen Vitesse. Door een gelukstreffer van Büttner gebeurde dat niet, Vitesse won zelfs en vertrok met de volle buit richting Arnhem.

Op zondag was het dan wel zover, toen Ajax zich blameerde tegen PSV en met 6-2 de boot in ging. AZ was kampioen van Nederland, en de media struikelden over elkaar heen om het succes van de ploeg toe te schrijven aan coach Louis van Gaal. Is dit succes niet eerder aan de spelers toe te schrijven?

VOETBAL-AZ-KAMPIOENSCHAP

maandag, april 20, 2009

Woensdagavond: Cunninlynguists @ Tivoli!

We hebben er zin in!








Het vogeltje moet uit zijn kooi

Je zou maar drie landstitels en vijf continentale prijzen op je CV hebben staan. Het zal je maar gebeuren dat je daarbij ook nog eens bij één van de topclubs uit je land zit, waar je voor die begrippen aan de lopende band scoort. Toch heeft niemand in Europa in al die jaren de gok durven wagen om je over te nemen. Nu ben je zevenentwintig en raak je zo langzamerhand in je beste jaren van je voetbalcarrière. Gaat de stap ooit nog komen?


Wanneer vlieg Palacio uit?

Vlagen van de koning

52008679

Manchester United versloeg Porto op eigen veld en werd zo de eerste Engelse ploeg die wist te winnen in het Estadio do Dragão. Een schitterend schot van Cristiano Ronaldo was in de zesde minuut de mokerslag voor Porto, dat in tegenstelling tot een week eerder een matte indruk maakte. Een terechte overwinning, met een tweetal opvallende punten.

Mijn nieuwbakken held Hulk had een handvol leuke acties, maar was verder vooral matig aan de bal. Dat kwam onder andere door de zeer strakke verdediging van Manchester United, die zonder jongeling Jonny Evans en met Rio Ferdinand een kwaliteitsinjectie had gekregen. Nu werd er juist weer kort op de man gedekt, de ruimtes klein gehouden.

De Fins-Zambiaanse connectie

Het Finse voetbal zit de laatste jaren op een dood punt, zo lijkt het. Helden van weleer, zoals Jari Litmanen en Sami Hyppiä, zitten aan het einde van hun carrière en de geroemde talenten willen die laatste stap maar niet zetten. De eigen Finse competitie is een kwaliteitsarm vehikel geworden dat op de been wordt gehouden door buitenlanders, voornamelijk Afrikanen. De Finse middenmoter RoPS maakt het echter wel heel bont. Zij hebben maarliefst acht Zambianen onder contract staan.

rops

Ik heb een nieuwe superheld

Manchester United beleefde twee weken terug dinsdags een moeilijke avond in het eigen stadion tegen het veel minder geachte FC Porto. Ondanks groots te spelen, kwamen ze echter toch met 2-1 voor te staan. Een score die, gezien het spelbeeld, erg onterecht was. Porto verdiende namelijk op zijn minst een punt. Ze kwamen voor goed voetbal en waren niet bang om richting of zelfs in de zestien van United te combineren. Zo’n mentaliteit is in het hedendaagse voetbal te prijzen.

pu_manupor_sp_big

De kleine Zidane komt eraan

FC Girondins de Bordeaux staat al even aan de absolute top van Frankrijk. Dit seizoen hebben ze echter voor het eerst in jaren een serieuze kans op de titel, na 29 speeldagen. Dat komt onder andere doordat het in Lyon niet meer zo soepel loopt als voorheen, maar ook de sterker geworden concurrentie van Paris Saint-Germain en Olympique Marseille heeft de titelstrijd in de Ligue 1 goed gedaan. Bordeaux, de club uit de wijnstreek, heeft echter een structureel gedegen aankoopbeleid, iets waar concurrenten jaloers op zijn. Bovendien hebben ze de opvolger van Zidane in huis, zij het maar voor een seizoen.

yoann-gourcuff-002

maandag, maart 09, 2009

Gino Bartali: een godsgeschenk

We schrijven 14 juli 1948. Quatorze Julliet in Frankrijk, de nationale feestdag die, nu de oorlog al zo’n drie jaar voorbij is, uitbundig gevierd wordt. Louison Bobet wint in de Tour de France van dat jaar de twaalfde etappe en staat fier aan de leiding van het klassement, met een ruime voorsprong op diverse andere titelkandidaten, zoals Jean Robic, Rene Vietto en Gino Bartali.

Diezelfde 14 juli ontstak in Italië een massale volksopstand. Het land was nog maar net enkele jaren bevrijd van het fascistische juk van Benito Mussolini en de zijnen, toen op Sicilië de communistische partijleider Palmino Togliatti neergeschoten werd door een student. Deze schietpartij moet gezien worden als de definitieve druppel die de emmer genaamd politiek Italië deed overlopen. Togliatti was namelijk verre van onomstreden.


Waar in andere landen in het begin van de 20e eeuw nationaalsocialistische ideeën de bovenhand voerden, was Palmino Togliatti, een Genoveese zoon uit een middenstandsfamilie, een van de oprichtende leden van de Partito Comunista d’Italia (PCI). Deze partij was, zoals de naam al zegt, zeer begaan met het gedachtengoed van de communisten, en in het speciaal Lenin. Zo kwam het dat het partijprogramma in grote lijnen dezelfde vorm had als die van de Russische communistische partij.



De fascistische regeringspartij in Italië verbande de partij echter vrij snel nadat Mussolini aan de macht kwam, waardoor de PCI genoodzaakt was om haar activiteiten in het buitenland te plannen. Zo kwamen er bijeenkomsten in Lyon (1926) en Keulen (1931). Togliatti was op dat moment al partijleider en zou in 1935 toetreden tot de Russische Comintern, de communistisch internationale organisatie. Deze organisatie hield congressen in Moskou, waarbij verschillende leiders van communistische nationale partijen spraken, waaronder Togliatti.


Op aandringen van Stalin mengde Togliatti zich in 1937 in de Spaanse burgeroorlog. Twee jaar later, in 1939, werd hij gearresteerd in Frankrijk, maar al snel vrijgelaten. Hij trok daarop naar Rusland en begon met radio-uitzendingen die opriepen tot verzet tegen Nazi-Duitsland en de Italiaanse Socialistische Republiek. In 1944 keerde Togliatti terug naar Italië en realiseerde met de PCI wat bekend zou worden als de “svolta di Salerno”, de ommezwaai van Salerno. Hierdoor werd de PCI een meer rechts georiënteerde partij die toch gedoogd werd.


In 1948 werd Togliatti lijsttrekker voor de PCI tijdens de eerste democratische verkiezingen na de oorlog. Hij had onder andere hevige kritiek op Amerika, die op hun beurt weer probeerden de verkiezingen in Italië te beïnvloeden. De pas opgerichte CIA had volgens ingewijden een belangrijk aandeel in de verkiezingsoverwinning van de christendemocraten, die door Amerika als bondgenoten werden gezien.

Doordat zijn partij desondanks meteen 104 zetels kreeg, werd deze meteen invloedrijk in het politiek instabiele klimaat dat Italië heet. De onvrede onder delen van de bevolking groeide.


Drie revolverschoten werden er gelost op die bewuste 14 juli. Togliatti raakte zwaargewond, balanceerde zelfs een aantal dagen op het randje van de dood. Berichten over zijn gesteldheid waren schaars, wat voor een politieke crisis in de Laars zorgde, waarbij ondermeer de arbeidersorganisatie CGIL een algehele staking hield. De chaos was zodoende compleet.


Of het de CIA was die wellicht achter de aanslag op Togliatti zat, zullen we waarschijnlijk nooit weten. Wel weten we dat de christendemocratische premier De Gasperi een oude kameraad van de Katholieke Actiegroep opbelde. Die oude kameraad was Gino Bartali.


Bartali was in zijn jeugdjaren zo met zijn geloof bezig, dat hij zichzelf inschreef om monnik te worden. Uiteindelijk zou hij het toch tot profwielrenner schoppen, en niet zomaar de eerste de beste. Bartali was een ware ‘campionissimo’. Toen hij in 1948 de hete adem van de nieuwe garde onder leiding van Louison Bobet in zijn nek voelde, kwam er motivatie uit onverwachte hoek. Het belletje van De Gasperi was een noodkreet van het thuisfront, het moederland. Hij kon zijn oude kameraad en zijn geliefde Italië toch niet teleurstellen?



Wat zich vanaf de 13e etappe voltrok, was een machtsvertoon dat zijn gelijke niet kent. Gedreven door de situatie in Italië vloog Bartali bergen over, won drie etappes op rij en eindigde de Tour met een voorsprong van veertien minuten op nummer twee, de Vlaming Briek Schotte. Bartali behaalde in deze Tour zeven etappeoverwinningen, een aantal dat vandaag de dag tot de verbeelding spreekt.


Nog belangrijker was, dat de crisis in Italië door zijn fantastische comeback plotsklaps opgelost leek. Een necrologie over Bartali vermeldt dat toen de communisten op een grootschalige wraakactie zinden, er een politieagent binnenstormde met het nieuws dat hun renner de Tour de France had gewonnen. Op dat moment stopten de ruziemakende politici met debatteren en feliciteerden elkaar. Timing of niet, op diezelfde dag ontwaakte Togliatti uit zijn coma in het ziekenhuis. Alsof de goden op hun dienaar neerkeken en zagen dat het goed was. ‘De vrome’ had het land van een crisis behoed.

maandag, februari 02, 2009

Super Bowl XLIII: met bloeddoping win je alles

De grootste nationale sportdag van Amerika, Super Bowl Sunday, was dit weekend. Het is een dag waarop de meeste Amerikanen traditiegetrouw voor de televisie zitten om dit jaarlijkse evenement in zich op te nemen. Daarnaast doen ze zich tegoed aan veel te lekker ongezond eten zoals hotwings of afhaalmaaltijden. Zo is Super Bowl Sunday al jaren de dag waarop de meeste pizza’s bezorgd worden in Amerika.

Vannacht was dus het tijd voor de 43e Super Bowl. Dat betekende de Pittsburgh Steelers uit Pennsylvania, het beste verdedigende team uit de National Football League (NFL), tegen de Arizona Cardinals, de grote underdog uit, vanzelfsprekend, Arizona (dat ligt bij Texas). Zo op papier was het een matchup die te vergelijken was met die van de vorige Super Bowl, nummertje 42, die tussen de New England Patriots en de New York Giants. Voor wie zouden de sterren dit keer goed staan?

Hoewel de Cardinals in het naseizoen verrasten met schitterend aanvallend spel (voor zover dat mogelijk is in een spel dat elke minuut ongeveer stil ligt), hadden de Steelers de beste papieren, dankzij hun uitstekende verdediging met een aantal beesten als quarterback Roethlisberger, Harrison en Polamalu. De Cardinals zouden het vooral moeten hebben van hun veteraan Kurt Warner, waarover de laatste dagen al veel geschreven is.


Dat betekende een paar uurtjes naar de BBC kijken, die voor het eerst er voor gekozen hadden om het op BBC1 uit te zenden. Dit had vooral te maken met de vergrote interesse in Engeland, ingegeven door een wedstrijd op Wembley.
In de voorbeschouwing werden de kansen afgewogen. Natuurlijk kwamen de commentatoren er met elkaar niet uit, wat natuurlijk bijdroeg aan de spanningsopbouw.

Waar ik echter van stond te kijken, was het commentaar van de verslaggeefster voor de Pittsburgh Steelers. Zij vertelde doodleuk dat de meest waardevolle speler van Super Bowl XL, Hines Ward, net op tijd hersteld was van een kuitblessure door een bloedtransfusie. Mijn mond viel open van verbazing.

In andere sporten zoals voetbal (Chelsea) en wielrennen (Fuentes) wordt dit als bloeddoping beschouwd, maar in de NFL is dit schijnbaar toegestaan. Een sport die zo ver is in zijn technologische ontwikkeling, legt het op dopinggebied nog steeds af tegen vreselijk traditionele sporten als de eerdergenoemde twee.

Goed, terug naar de wedstrijd. Het werd een gedenkwaardige partij, met de langste run ooit (98 yards) door Harrison en een late comeback van de Cardinals door uitstekend werk van de eindelijk vrijgelaten Larry Fitzgerald. Desondanks werden er een aantal dubieuze beslissingen genomen door de scheidsrechters, die elke keer in het nadeel van de underdog, de Cardinals, waren. Met nog één minuut op de klok kregen de Steelers nog één kans om hun onverwachte achterstand ongedaan te maken. Het was Santonio Holmes die de bal ving en met een term die in de balletwereld relevé wordt genoemd de beslissende touchdown maakte. Hij stond hierbij op het juiste moment op de toppen van zijn tenen om de touchdown te laten gelden.

Zo wonnen de Pittsburgh Steelers, na een hoop gedoe en een onvergetelijk spannende Super Bowl XLIII, hun 6e titel. Met bloeddoping.

zondag, februari 01, 2009

Veramerikanisering kan goed zijn

SBS6 en NET5 gaan het komende voorjaar experimenteren met een Amerikaanse vorm van reclameblokken. Met deze vorm van reclame maken, waarbij elke vijf tot zeven minuten een kort reclameblok voorbij komt, hopen de zenders reclames aantrekkelijker te maken voor hun afnemers.

Natuurlijk zorgt dit voor een overdosis aan reclame tussen de series door, maar aan de andere kant vermindert het de hoeveelheid reclame die ineens op je beeldbuis geramd wordt. De limiet van twaalf minuten reclame per uur blijft immers staan.



Dit is een voorbeeld van de veramerikanisering van Nederland, zoals we die in de toekomst nog veel gaan zien. Wie kan het onze Nederlandse ondernemers kwalijk nemen? De marketing is in Amerika al stukken verder dan in Nederland.

Mocht ons land op deze voet doorgaan, dan voorspel ik in de toekomst een door Peugeot gesponsorde voorbeschouwing, een gesponsord rustprogramma en een nabeschouwing van willekeurige sporten met daarin verschillende quizvragen en statistieken, gesponsord door Univé of Achmea.



Daarnaast zouden we ook een meer divers palet aan fastfoodketens krijgen dan we nu hebben, met verrukkelijke producten als de Philly Cheesesteak, hamburgers voor 50 eurocent of stuntende valuemenu’s. Het zou toch van de gekken zijn, als Taco Bell of Mountain Dew (nu alleen verkrijgbaar bij America Today) alleen maar voor de Amerikanen behouden blijft? Laat ons toch meegenieten van al dat heerlijk ongezonde voedsel, ik ga er wel een keer extra voor sporten.

dinsdag, januari 20, 2009

Football Facts Quiz: Week 2

Een quiz is altijd leuk. Nog leuker is het als die quiz over een leuk onderwerp gaat, in dit geval voetbal. Wie scoorde bijvoorbeeld de laatste treffer in de WK-finale van 2006?

Met twee inzendingen kan ik de vorige ronde nu al een succes noemen. De correcte antwoorden waren:

Inkoppers

Batigol, Mourinho, Roberto Baggio, George Weah, LA Galaxy

Vrije trappen

San Siro, Pirlo, Grosso, Paolo Di Canio, nummer 99

Afstandsschoten

15 (Torino 7, Pro Vercelli 7, AS Casale 1), Biancocelesti/L’Aquile, Napoli (San Paolo), Richard Witschge, Cagliari

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Deze week een quiz over behaarde voetballers.



Categorie: Inkoppers (makkelijk)

  1. Welke inmiddels oud-voetballer maakte met zijn lange manen in de jaren ’90 reclame voor L’Oréal?
  2. De “Witte Gullit” is voor menig voetballiefhebber één van de sterren van het WK in 1994. Voor welk land speelde hij?
  3. Cultheld Stijn Vreven is helemaal gek van indianen. Bij welke Nederlandse club debuteerde hij in de Eredivisie?
  4. Edgar Davids probeert op dit moment een contract af te dwingen in Argentinië. Welke familierelatie heeft Lorenzo Davids, speler van NEC, met hem?
  5. De haardracht van Serginho Greene is vaak interessanter dan zijn spel. Wat is zijn rugnummer?


Categorie: Vrije Trappen (gemiddeld)

  1. 1. De gevaarlijkste gestalte in de vroege jaren ’90 bij Feyenoord was ongetwijfeld John de Wolf. Waar beëindigde hij zijn profcarrière?
  2. Robin Nelisse is naast Bob Marley lookalike ook actief als voetballer. Nu speelt hij voor een Oostenrijkse club. Wat is de oude naam van deze club, voordat deze overgenomen werd door een frisdrankfabrikant?
  3. Mario Kempes staat op de zwarte lijst van Nederlandse voetballiefhebbers. De langharige spits maakte twee goals in de finale van het WK 1978, waardoor Nederland uiteindelijk zou verliezen. Welke Nederlander schoot in de reguliere speeltijd nog op de paal?
  4. Didier Drogba is misschien wel de speler met het meeste haar van heel de Engelse competitie. Van welke Franse club ging hij naar Chelsea?
  5. Welke Mexicaan, die de koning van de omhaal werd genoemd, speelde voor maarliefst drie clubs uit Madrid?


Categorie: Afstandsschoten (moeilijk)

  1. Welke voetballer met lang haar wordt “El Pintita” (de kleine schilder) genoemd?
  2. De eerste Nederlandse winnaar van de Gouden Schoen voor Europees topscorer had ook een behoorlijke bos haren. Hoe heette hij?
  3. Eeuwige mattendrager Georgios Samaras kon, voordat hij voor Griekenland uitkwam, ook nog voor een ander land international worden. Voor welk land was dit?
  4. Een van de bekendste voetballers met lang haar is Ronaldinho. Welke betekenis heeft zijn rugnummer bij AC Milan?
  5. Trifon Ivanov is ongetwijfeld een van de meest lelijke voetballers allertijden. Hij maakte de WK’s van 1994 en 1998 mee en speelde voor één Spaanse ploeg. Welke ploeg was dat?

Wederom, laat je antwoorden achter in een reactie als je meedoet!

maandag, januari 19, 2009

Apathie: de remedie

“What whiskey will not cure, there is no cure for.”
- Iers spreekwoord

Gert-Jan Verbeek nam met opgeheven hoofd afscheid van een uitzinnige menigte van Feyenoord-supporters voor het Maasgebouw. In zijn kielzog verdwenen technisch directeur Peter Bosz en assistent-trainer Wim Jansen via de achterdeur. Drie leden van de technische staf die niet het maximale uit de beschikbare middelen haalden, twee van hen waarbij al langer vraagtekens werden gezet. Verbeek was de enige die volgens de supporters geen enkele blaam trof, omdat hij met zijn no-nonsense aanpak en harde trainingen een graag geziene trainer was die volgens hen de clubmentaliteit symboliseerde.

Toch werkt ook dat soms niet. Wanneer het contact met de spelersgroep verstomd en je enkel nog tegen een muur staat te schreeuwen, moet je beseffen dat het niet langer zo verder kan, en maatregelen nemen. Jezelf op deze omstandigheden aanpassen is een kwaliteit die alleen hele grote trainers gegeven is. Hiddink is er daar eentje van.

Het vertrek van Verbeek is niet goed voor het imago van de club, een imago dat de laatste jaren toch al ontsierd wordt door supportersgeweld en financiële perikelen. Hierdoor is het zaak dat er voor de ontstane vacatures binnen afzienbare tijd twee vakmannen aangesteld worden, die het zooitje ongeregeld dat zich selectiespelers noemt weer op de rails kunnen krijgen.

Wanneer men dan kijkt naar de lijst met beschikbare namen, dan springen er natuurlijk twee onherroepelijk uit. Mario Been, huidig NEC-coach, en Leo Beenhakker, huidig bondscoach van Polen. Beiden zijn ze clubmannen in hart en nieren. Mario Been is volgens velen kandidaat nummer één bij zowel de clubleiding als de supporters, maar zoals hij zelf aangaf in een interview met de NOS, hij heeft nog van niemand binnen de club gehoord. Dit is een kwalijke zaak, aangezien de opties simpel zijn. Been hoeft niet zo nodig nu meteen aan te treden als hoofdcoach, het seizoen is immers toch al naar zijn grootjes en het aanstellen van Been kan dit juist nog verergeren door de hoge verwachtingen gepaard met het gebrek aan slagkracht binnen Feyenoord. Been is veel eerder een optie voor in de zomer, wanneer er nog genoeg tijd is om de selectie door te lichten en aanpassingen te doen.

Nee, dan Don Leo. De geboren Rotterdammer heeft zich in de media positief uitgelaten over een terugkeer naar Feyenoord, waar hij de laatste landstitel van de club won in 1999. Zijn handen jeukten. Beenhakker is de perfecte keuze voor een functie als technisch directeur en tegelijkertijd een man die ervoor kan zorgen dat Leon Vlemmings, die vorig jaar medeverantwoordelijk was voor het succes van NAC Breda, in zijn schaduw kan opereren en daardoor nog beter zijn taken kan vervullen. Beenhakker is een man van de spotlights en geniet van alle aandacht, terwijl Vlemmings meer een rol op de achtergrond lijkt te ambiëren. Met Beenhakker weet Feyenoord ook wat voor vlees het in de spreekwoordelijke kuip heeft. Hij heeft een breed en verzorgd netwerk van contacten, is de kameleon waar de spelersgroep zo dringend behoefte aan heeft, kent de clubcultuur en de druk die een dergelijke functie met zich meebrengt als geen ander. Bovendien is hij wars van allures en geeft hij niks om voetbalvrienden die hij eventueel onderdak zou moeten bieden.
Veel spelers in de huidige selectie kunnen ontzettend veel leren van een type Beenhakker, alsmede ook de technische staf eromheen. Zijn invloed kan zelfs merkbaar worden op het veld, wanneer hij Vlemmings een aantal raadzame tips geeft.

Beenhakker heeft al eens meer gespeculeerd over zijn opstappen bij de Poolse bond, dus zal daar naar verwachting geen hels probleem van maken. Hij kan in een half jaar als technisch directeur naar hartelust vooruit kijken naar het volgende seizoen, waarin hij een tandem moet gaan vormen met Mario Been, die qua gedachtegang in ieder geval op dezelfde lijn lijkt te zitten. Tot die tijd kan Beenhakker de club behoeden van verder sportief verval en het beschadigde imago in ieder geval een opkikker geven.
Het bestuur van Feyenoord moet zich realiseren dat een toekomstige oplossing meer gewenst is dan ooit. Feyenoord heeft behoefte aan rust, aan vastigheid. Een duizendpoot van naam helpt zeer zeker in dit proces.

zondag, januari 11, 2009

Football Facts Quiz: Week 1

Een quiz is altijd leuk. Nog leuker is het als die quiz over een leuk onderwerp gaat, in dit geval voetbal. Wie scoorde bijvoorbeeld de laatste treffer in de WK-finale van 2006?

Het is de bedoeling dat dit een wekelijks terugkerend artikel wordt, om jullie even bezig te houden tijdens colleges of wanneer je echt niks te doen hebt.



Het idee komt van Guido Merry van de site BleacherReport.com. De vragen zijn ingedeeld in drie categorieën, te weten inkoppertjes (1 punt per goed antwoord), vrije trappen (3 punten per goed antwoord) en afstandsschoten (5 punten per goed antwoord). Per fout ingevuld antwoord worden deze punten er ook weer afgehaald, dus wees voorzichtig met invullen als je het echt niet weet.

Goed, laten we beginnen met de eerste ronde.

Categorie: Inkoppers (makkelijk)

1. Gabriel Batistuta speelde in de jaren ’90 een hele tijd in Italië, bij Fiorentina. Wat is zijn bijnaam?

2. Internazionale blijft een echte topclub in Italië, hoewel ze qua aankopen niet echt heel succesvol zijn. Hun coach is ook geen Italiaan meer, wie is dit wel?

3. Welke Italiaanse voetballer werd aangeduid met de bijnaam “Il Divino Codino”, de Goddelijke paardenstaart?

4. Welke Afrikaanse voetballer, die furore maakte bij A.C. Milan, werd als enige Afrikaan ooit gekroond tot Wereldvoetballer van het Jaar?

5. David Beckham traint nu mee met A.C. Milan. Bij welke Amerikaanse voetbalclub staat hij onder contract?



Categorie: Vrije Trappen
(gemiddeld)

1. Wat is het grootste voetbalstadion in Italië, wanneer er gekeken wordt naar het aantal zitplaatsen?

2. Italië won in 2006 het wereldkampioenschap door na penalties te winnen van Frankrijk. Welke speler was de eerste strafschoppennemer voor Italië?

3. In datzelfde toernooi gingen de Italianen met veel geluk door ten koste van het Australië van Guus Hiddink. Wie maakte de zogenoemde schwalbe waaruit een penalty kwam?

4. Italiaanse voetballers blijven over het algemeen in de eigen competitie, maar sommigen zoeken het heil in het buitenland. Welke Italiaanse voetballer, die er geen geheim van maakt dat hij fascistische ideeën heeft, heeft onder andere voor West Ham United gespeeld?

5. Gianluigi “Gigi” Buffon speelde voor zijn tijd bij Juventus bij AC Parma. Daar had hij een ander rugnummer dan de zo bekende nummer 1. Wat was ook alweer het rugnummer van de Portugese keeper Vitor Baía?



Categorie: Afstandsschoten
(pittig)

1. De Italiaanse regio Piemonte bracht naast Juventus nog een aantal kampioenen voort. Hoeveel titels behaalden deze teams, exclusief het eerder genoemde Juventus, bij elkaar?

2. Noem één van de bijnamen van het Italiaanse SS Lazio Roma.

3. Het stadion van welke Italiaanse voetbalclub is vernoemd naar de heilige apostel Paulus?

4. In de halve finale van de Champions League in het seizoen 1996/1997 stonden Juventus en Ajax tegenover elkaar. Spelmaker Zinedine Zidane scoorde in de wedstrijd in Turijn een mooi doelpunt, door twee spelers van Ajax de verkeerde kant op te sturen. Wie struikelde hier over teamgenoot Edwin van der Sar?

5. De Italianen kunnen buigen op een behoorlijk aantal sterspelers. Een van de eersten was Luigi “Gigi” Riva. De rollende donder van Italië speelde na zijn debuut bij Legnano, een clubje in de Serie C, nog maar bij één ploeg. Welke ploeg is dat?



Inzendingen kunnen via een reactie achtergelaten worden.

Veel succes!

Feyenoord Rotterdam: Sending out an S.O.S.

We are halfway through the Dutch football season and we have got a better look at things. We have seen AZ’s return to form, Ajax playing awful for most of their seventeen games but still managing to get the wins piled up and the collapse of the once proud and promising, self-proclaimed “football capital” of Holland, in the form of PSV Eindhoven. We have also had some overperformers (NAC Breda again, Willem II Tilburg) and some underachievers (Roda JC, Vitesse Arnhem). However, the biggest disappointment of them all has to be my beloved Feyenoord Rotterdam, no contest. They find themselves sitting at the eleventh place in the table, way below their stature. Is this just temporary, or could this be a cry for help from a sinking ship?

Let’s recap. Summer of 2007, Feyenoord had just performed below par in the Dutch Eredivisie and was determined to prove that this was just an incident. It was the season of misfortune, as they were cleaning up the financial mess left by former club president Jorien van den Herik (also known as the “Big Bald Leader” Dutch: “Grote Kale Leider”). With his financial loans he managed to save the club in the late 80’s/early 90’s, but he assured himself of some hefty repayments through interest as high as 13 percent. With the departure of Feyenoord’s two top strikers to two of England’s biggest teams (Kuyt and Kalou went to Liverpool and Chelsea), they sure had a hard time of keeping up with the rest. Buying a reserve (Charisteas, former big man for Greece with his goal in the 2004 European Championships Final) from fierce rivals Ajax Amsterdam to fit as your new first-team striker does not help either. In the midst of all this commotion, Nancy happened. Feyenoord had to play French side AS Nancy in the group stage of that season’s UEFA Cup, but the game was overshadowed by Feyenoord-supporters who were wrecking not only everything on their path to the stadium, but the stadium itself as well. In the aftermath, Feyenoord was found guilty of not having their fans under control, although there were several fingers pointed at Nancy ticket offices for selling tickets to any fan and the French police force for provoking the Feyenoord-fans while they were in the city center. Therefore, Feyenoord was banned from playing European football for the rest of the season. Because they lost their last game of the season to SC Heerenveen, Feyenoord did not qualify for Europe next season.

This disaster must have been the ideal way for technical manager Peter Bosz to step in and do his thing. He managed to get some “big” names to join the “Club van Zuid”, most notably Makaay, Hofland and Giovanni van Bronckhorst. Even former coach Bert van Marwijk came back, and the future was bright again. Captain Van Bronckhorst even mentioned the championship. Oh, what a scene that would have been.

Unfortunately, things did not go exactly as planned. Feyenoord struggled the whole season long, but eventually managed to win the Dutch cup after some lacklustre performances against mediocre opponents. At the end of last season, again there was a cry for reinforcements. Feyenoord, the club which was keen on transparency after the situation with Van den Herik, stated that there was little money left, so the supporters had to hold on for another season. Well, until the news came out that they bought midfielder Karim El Ahmadi from Twente for 5 million Euros. El Ahmadi was the third midfielder who was bought by Feyenoord in one season, after Van Bronckhorst and Landzaat. He also is the same type of midfielder as the aforementioned two. The good part is, after the transfer, there was not enough money left to reinforce vital parts of the team, like the defence.

Let me say that a key factor in the recent misfortune has to be Peter Bosz, the technical manager who had his mind set on bringing in players “from the highest calibre possible”. Bosz has always been a troublemaker, even in his tenure with Feyenoord as a player. Journalist Hugo Borst portrayed him in his book “De Coolsingel Bleef Leeg” (a season-long look inside the self-destructing club) as an unreliable, egocentric person with no love for the club at all. He does seem to justify this description. With Bosz, the club invested in a handful of players that do not have that much left (Makaay, Tomasson, Landzaat, Hofland, De Cler), plus yet another midfielder (El Ahmadi), when the backside has been Feyenoord’s problem for about ten years now. His only real quality signing was Giovanni van Bronckhorst, but can we really call that signing his work? After all, Giovanni always said he would come back to the club where he made his first steps as a professional. When we evaluate his dealings in the transfer market, we can see that he spent a lot of money on veteran players, who, excluding Van Bronckhorst, do not bring that much extra to the team. Especially Makaay seems to be not the big hit that Feyenoord was hoping for. The prolific goalscorer has struggled in his first 18 months in Rotterdam, but still managed to score 13 league goals. However, he doesn’t bring anything extra in attack, mainly finishing off and not setting up as much as he should do in Dutch football. That is not entirely his fault though.

Which brings us to another problem, the formation. Captain Van Bronckhorst was lauded by Argentinian star Lionel Messi to be the best left back of the world, but somehow Feyenoord manages to put him in a defensive midfield-position, while defending is not his best quality. Instead, they have Tim De Cler, former AZ- and Ajax-player, as a left back. The problem with De Cler is that he is constantly attacking the opponent’s box, thus playing out of position. The other three defenders have to constantly guard his position, which often leads to being outnumbered at the back. But, there is more to De Cler. He has been a John McEnroe-imitator for the whole season long, arguing with officials and opponents. It seems to be frustration about the way things are going for him and his club, but it often leads to laughter from the crowd. The best example for this is when he gave away the ball with a silly pass in Feyenoord’s home game against Ajax. Ajax scored, and De Cler marched towards the linesman, talking abusive language, for which he was given the yellow card. This kind of behaviour should not be tolerated by the club. It affects not only the image of the club in the media, but also can disrupt the harmony between players.

Another crucial position in past years has been the goalkeeper. Henk Timmer has produced some of the finest comical moments over the past seasons, and his expression after another opposition goal is sheer brilliance. He is well past his peak, while other talents as Edwin Mulder, or Darley for that matter, are young and upcoming talents. Why not try them out, with a solid veteran goalkeeper behind them in the line-up?

Then we should consider a couple of Dutch players, who are enrolled in the club’s investment funds (another simply outrageous idea from none other that Peter Bosz himself). Most of them are way too inconsistent to even bother having them in your lineup. But with the obligation to investors to make some profit out of these youngsters, Bosz is trying to renew their contracts as we speak. Can it get any more illogical? All of these players, with exception of Jonathan de Guzman, do not have either the mentality or the skills to merit a place in the first team, but except of trying to offload them through telling them they can leave and not making any effort in extending their expiring contracts, the Feyenoord board tells them that they can leave and then wants them to commit their future to the club again with signing brand new contracts.

Is it really that unobvious that those players will eventually see out the reminder of their respective contracts, in order to attract a more lucrative contract at another club (after all, no transfer fee means more money for contract fees)?


The situation of Jonathan de Guzman is also a difficult one. Touted as the best talent Feyenoord has brought up in the past twenty years, he seems to be destined for a great future. His last season however was a setback in which his development stagnated. In this season, he showed no improvement, got a stupid red card at Heracles Almelo for hitting an opponent and suffered damaged knee ligaments which will keep him out for the rest of the season. That means that he has one year of contract left in the upcoming summer of 2009. He would be stupid to sign another one, which may narrow his options when the summer of 2010 comes along. Therefore, Feyenoord have a difficult choice to make. Do they sell De Guzman for a very low price in 2009, or do they decide to hold on to him and let him walk away for free in 2010, as he can provide some extra creativity in midfield? Could his behaviour affect that of other players, such as Biseswar, Greene and Vlaar, which are all players who are in the aforementioned investment funds?



Besides all the problems, Feyenoord still has great plans for the future. They are planning on building a stadium with a capacity of 80.000, exceeding the current stadium with approximately 30.000 seats. This project will cost a lot of money and there only will be profit if the stadium is packed every single season. Will this be worth it, or will it be another blow for the already staggering club?


Another worthless season could be the axe for direction and some players. The supporters will not be that forgiving much longer, and they are already bringing along several banners which reflect their opinion. While those banners are being removed by stewards at home games, tension is rising and the bubble soon may burst.

The cards are on the table and technical manager Peter Bosz has to decide what is best for Feyenoord. Let’s hope he gets it right this time.

donderdag, januari 08, 2009

Hoops!

Let’s talk hoops. Let’s talk basketball. And let's skip the LeBron-2010-talk, for now.


I’m following the NBA for quite a while now, and over the past year, a couple of players just stand out. There’s no denying that everyone would like to be as talented as Dwyane Wade, Kobe Bryant, Chris Paul or LeBron James. But, being from Europe and also having a thing for veteran players, I also count Dirk Nowitzki, Pau Gasol, Tracy McGrady, Vince Carter, Jason Kidd and Shaquille O’Neal among my favourites.


My favourite team in the past year has been the Cleveland Cavaliers, and that is in no small part down to the King himself. His presence on the court, his athleticism and energy are out of this world. Chris Paul and Dwayne Wade are a good second and third, but they lack something James has got through the last year: a willing and able support cast that backs up the superstar in order to let him excel. If you look at their game, Paul and Wade took the burden of their lacklustre, mediocre teams and are building something refreshing. James did that a couple of years ago, with the eventual thrashing of the Pistons in Game 4 of the Eastern Conference finals in 2007 as a contemporary crown on his work.



Now it’s time to take it to the next level. With the Cavs off to a franchise best start (26-5 as of January 1st, 2009), the chance for a championship ring seems more likely than ever. This is the result of the great chemistry between James and his Cavaliers teammates. The starters are all solid players, with Mo Williams and Delonte West providing a little extra scoring, Zydrunas Ilgauskas still playing good defense and with Ben Wallace (who is playing some of his best “Pistons-like” basketball) and Andy Varejao rotating for the other defensive spot. Then you have the benchpoints from Daniel Gibson and Wally Szczerbiak, and some promising performances by rookies Darnell Jackson and JJ Hickson. But are the Cavs really as good as they are made out? After all, they’ve lost against playoff-worthy teams (Boston, Atlanta, Miami, New Orleans and Detroit), three of them coming from their own conference.


In my opinion, the Cavaliers aren’t championship material.. yet. Sure, they’ve had a lovely home record and deserved a lot of the praise that has been coming their way, but they also seemed to crack when they had to bring their A-game. This doesn’t seem to change soon, as Gibson is still struggling with his outside shot, Wally is playing mediocre for the whole season long and Big Z is coping with an old foot injury. With them not contributing what they normally could bring to the Cavaliers, the team has struggled to make an impact in both home and away games (although winning 6 of 7). This line could continue, if they don’t get their act together and look for someone with a solid outside shot and fits in with the rest of the team. After all, the last thing what you want to do right now, is to disrupt the harmony of this team.


With Wally in his last year of contract, he could be used as a valuable trade tool to bring another piece of the puzzle to the Quicken Loans Arena. He clearly hasn’t fit in as well as he was supposed to, and he’s often the weak link in the Cavs’ defense, often giving his opponent wide open looks and fouling deliberately. The Cavs should look for a player who can match the shooting potential of Wally and bring a bit more on the defensive end, someone like James Posey. A genuine roleplayer who has no problem with playing as a 6th man, making points from the bench. Then they would be championship material, then they would have a chance in the playoffs.

zondag, januari 04, 2009

Het Engelse voetbal: Walhalla of Gomorra?

Een vol Anfield, een schreeuwend Old Trafford, een Emirates Stadium dat zijn adem inhoudt bij alweer een schitterende voetbalcombinatie, het zijn treffende beelden van het Engelse voetbal. Het voetbal dat door velen als beste van de wereld wordt beschouwd. Waarom is dat zo? Spelen daar de beste voetballers? Is het misschien de sfeer van Engelse gemoedelijkheid en gezelligheid, gecombineerd met de fans die eeuwig lijken te zingen? Of is het een combinatie van factoren, waar bijvoorbeeld ook de geografische ligging en de infrastructuur tot de kritische succesnoten behoren?


Onder het Engelse voetbal worden de competities verstaan die onder het Britse Koninkrijk vallen. Dat betekent dat we hier grofweg de Engelse en Schotse competitie gaan belichten, twee competities die bekend staan om zijn ongebalanceerde selecties onder de echte top. In Schotland zijn het de Glasgow Rangers en Celtic, in Engeland de grote vier Manchester United, Liverpool, Chelsea en Arsenal. Deze ploegen maken al sinds jaar en dag de dienst uit in de competitie, en dat wordt alleen maar bevestigd door de hoge uitzondering waarop een andere ploeg de titel wint (Aberdeen in 1985, Blackburn Rovers in 1995). Zijn deze topclubs nou zo goed, of is de rest zo slecht?


Historie

De attractiviteit van het Engelse voetbal komt voor een deel voort uit de ontstaansgeschiedenis van de sport. We weten allemaal wel dat Engelse buurtgenootschappen tegen elkaar speelden met een gevulde varkensblaas. Deze hang naar nostalgie werkt, net als bij het schaatsen in Nederland (met de Elfstedentocht), stimulerend voor de aandacht voor de sport. Tel daarbij op dat het Engelse voetbal in het verleden erg succesvolle tijden heeft gekend. In de jaren ’60, ’70 en ’80 speelden diverse clubs een hoofdrol op het Europese podium, met spelers uit eigen land in de hoofdrol. Denk hierbij aan een Stanley Matthews, een Bobby Charlton, een George Best, maar ook aan legendarische managers als Sir Matt Busby en Bill Shankly. Zij waren degenen die, naast internationale sterren als Pélé, Cruijff, Maradona en Eusebio, het voetbal een gezicht gaven. Waar internationale sterren echter hun status gingen uitbuiten, bleven de Engelse voetballers (met uitzondering van Best) achter. Was het omdat ze zo gewoontjes waren?

Natuurlijk is de oorzaak te zoeken in de mentaliteit die er op het eiland heerst. Engelsen zijn geen dagdromers, zoals de grote spelers uit andere landen dat wel waren. Dit is volgens de Engelse schrijver en journalist David Winner terug te voeren naar de Victoriaanse tijd, later beschreven in de roman ‘The Talisman’ van Sir Walter Scott als leeuwenmoed. Deze instelling is er ook schuldig aan dat er zo weinig technisch onderlegde voetballers uit Engeland komen.


Speelstijl

Vaak wordt de mentaliteit van de Engelse competitie geprezen. Niet lullen, maar werken, een mentaliteit die Nederlanders over het algemeen ook goed ligt. Wie echter op zoek is naar goed voetbal en technisch vernuft, moet het zeer waarschijnlijk niet in Engeland gaan zoeken. De Engelse spelers hebben namelijk maar één echte strategie, de kop in de grond en zo hard als je kan achter die bal aan rennen. Het grootste gedeelte van de aanvallen komt tot stand via lange ballen, die door een lange spits met niet al teveel techniek bijgehouden worden totdat de rest van het team aansluit.

Tegenwoordig is deze speelstijl, door de grote invloed van buitenlanders, enigszins aan het veranderen. Echter, als men in de laatste minuten van de wedstrijd een achterstand goed moet maken, dan gooit men steevast een paar man voorin en pompt men de bal op hoop van zegen in de zestien meter. Dit in tegenstelling tot ploegen in Spanje, Italië en zelfs Duitsland en Frankrijk, die weten dat de wedstrijd nog niet gespeeld is totdat het laatste fluitsignaal klinkt, dus gewoon verder gaan met hun verzorgde spel, gebaseerd op balbezit.


Europees succes

Het meest kenmerkende voorbeeld van de marginaliteit van de clubs uit de Engelse en Schotse Premier League vormen de UEFA Cup finales van de laatste jaren, te beginnen met een historische finale, die van 2001 tussen Liverpool en Deportivo Alavés. Het kleine provincieclubje Alavés was dankzij aanvallend voetbal (met ondermeer een 9-2 overwinning over 2 wedstrijden op Kaiserslautern) doorgestoten naar de finale van het bekertoernooi, waar men Nederlander Jordi Cruijff in de basis had. Liverpool daarentegen, had de finale bereikt door defensief spel en de nodige dosis geluk (o.a. een penalty tegen een veel sterker Barcelona).

Het grote, kapitaalkrachtige Liverpool had in deze finale na een 3-1 voorsprong bij de rust twee rode kaarten en een eigen goal in de laatste verlenging nodig om Alaves van zich af te schudden.

Dan gaan we door naar de finale van 2006 in Eindhoven. Middlesbrough haalde eigenlijk bij toeval de finale, door een aantal lange ballen in de ‘dying seconds’, met Italiaan Massimo Maccarone als uitblinker in zowel de kwartfinale tegen Basel, als de halve finale tegen Steaua Boekarest.

Sevilla, toch geen grootmacht in Spanje, met een begroting die even groot is als die van Villarreal, speelde de Engelse subtopper Middlesbrough van de mat en won met 4-0, waar het ook met 7-0 had kunnen winnen. Voetballend werd Middlesbrough totaal overklast.

Als laatste UEFA Cup-finale gaan we kijken naar die van 2008, tussen het Russische Zenit en het Schotse Glasgow Rangers. Het Zenit van Dick Advocaat werd al vroeg in deze UEFA Cup-campagne genoemd als een team om rekening mee te houden, door het solide en aanvallende spel, en het gemak waarmee ze ploegen omver voetbalden. Helaas was dit niet altijd te zien in de einduitslag. Toch werden de resultaten in het eigen Sint Petersburg aan elkaar geregen en werden achtereenvolgens grote namen als Marseille, Leverkusen en Bayern München (met een veegpartij van 4-0) naar huis gestuurd.

De Rangers van manager Walter Smith waren vanaf wedstrijd één bezig met een overlevingsmissie, zo leek het wel. In de Champions League kwamen ze al in de derde kwalificatieronde met geluk weg tegen Rode Ster Belgrado, door een goal van Nacho Novo in de 89e minuut van de thuiswedstrijd. Uit in Belgrado hield keeper McGregor de ploeg op de been, door twee verdienstelijke reddingen. Ondertussen werd er wel knap gewonnen van Lyon met 3-0.

Hun UEFA Cup-avontuur begon tegen Panathinaikos, waar ze op uitdoelpunten door gingen. Daarna mochten ze spelen tegen Werder Bremen, waar ze thuis verdiend met 2-0 van wonnen, maar waar ze uit met de schrik vrijkwamen door een 1-0 nederlaag, terwijl Werder 35 keer op doel had geschoten. Daarna counterden ze Sporting Portugal in eigen huis van de mat. De halve finale tegen Fiorentina was misschien wel het meest typerende van alle wedstrijden van de Rangers. In twee wedstrijden hebben ze geen enkele moeite gedaan om ook maar iets te creëren, waarna ze na twee keer 0-0 de penaltyserie wonnen met 4-2. Uiteindelijk hadden ze geen schijn van kans tegen het veel betere Zenit, dat het met 2-0 in de finale nog rustig aan deed.



Investeerdersvloek?

Zou het toeval zijn, of heeft deze verloedering van kwaliteiten te maken met de grote aantallen investeerders binnen het Engelse voetbal? Nergens ter wereld is de invloed van investeerders groter dan in het Engelse voetbal. Chelsea is sinds de komst van Abramovich een kunstmatig gecreëerde topclub, Manchester United en Liverpool zijn volledig in Amerikaanse handen, Manchester City heeft een eigenaar uit het Midden-Oosten, Hearts uit Schotland is het speeltje van een Litouwse zakenman, West Ham United is de speelbal van een consortium van IJslanders, Newcastle United is recent door de ene investeerder overgedaan aan de andere en Arsenal hikt al jaren tegen een overname aan (door respectievelijk de Rus Usmanov of de Amerikaan Stan Kroenke). Het gevolg van deze overvloed aan geld is dat deze clubs abnormaal veel uitgeven aan nieuwe spelers, een patroon dat gevolgd wordt door de rest van de competitie, want je moet immers meegaan met je concurrenten. Het eindeloze smijten met geld heeft tenslotte ook geen nut, want je koopt geen team van individuen bij elkaar, je maakt een team door onderlinge verbondenheid en complementariteit. Manchester City is dit jaar het beste voorbeeld van een bij elkaar gekocht zooitje individuen, die maar niet met elkaar samen kunnen spelen. Ondanks dat ze meer dan 100 miljoen euro uitgaven volgens Transfermarkt.de, staan ze roemloos achttiende in de Premier League, een plaats die aan het einde van het seizoen goed is voor degradatie.

Deze grote uitgavenposten zijn het gevolg van de enorme media-aandacht die is gecreëerd voor het Engelse voetbal. Zo wordt de naam van de competitie gesponsord en is de omzet van 1,8 miljoen pond binnen de Premier League de vierde van de wereld qua sportcompetities (na de Amerikaanse NBA, de NFL en de MLB). Volgens onderzoeksbureau Deloitte zitten tevens acht Engelse ploegen bij de rijkste twintig van Europa, dat is percentsgewijs gezien 40 %.

De grote vetpot is echter de opbrengsten uit tv-rechten. Deze collectieve overeenkomst tussen alle Premier League clubs en het betaalkanaal Sky Sports is goed voor zo’n 300 miljoen pond per seizoen. Daar bovenop komen nog de inkomsten van Europese duels, internationale uitzendrechten en samenvattingen. Deze bedragen kunnen zo hoog zijn, door het grote aantal volgers over heel de wereld, naar schatting zo’n half miljard.

Door deze grote bron van inkomsten wordt de jeugdopleiding grotendeels verwaarloosd en daardoor speelt het Engelse nationale team ook al jaren geen rol van betekenis meer op het mondiale podium.

Misschien wordt het voetbal ook wel verkeerd aangeleerd in de jeugd. Als je ziet dat een Arsenal talenten van over heel de wereld weet te strikken, ze vervolgens een paar jaar opleidt en laat rijpen, waarna ze met gemak meedraaien in de zogenaamde “beste competitie ter wereld”, dan zet ik ook mijn vraagtekens bij de manier van trainen van de Engelse jeugd. Misschien moeten ze de DVD-box van Wiel Coerver eens aanschaffen, of Louis van Gaal uitnodigen voor een aantal clinics?



Grote en kleine sterren

Laten we eens gaan kijken naar de spelers binnen het Engelse voetbal. Natuurlijk, er zijn wereldsterren aanwezig, maar die zijn op één hand te tellen. Hoe kan het anders dat Manchester United de Champions League wint met één van de meest kleurloze teams ooit? Van dat team is enkel Cristiano Ronaldo een echte ster, voor de rest zijn het vooral waterdragers. Rooney heeft nog geen enkel constant seizoen gedraaid bijvoorbeeld. Zelfs het team van FC Porto uit 2005 had nog meer felbegeerde spelers.

Het moet gezegd worden, het Manchester United dat vorig jaar de Champions League won, was het beste team uit Europa vorig jaar. Ze konden als geen ander de tegenstander vastzetten en vervolgens wachten op een bevlieging van die ene ster. Maar of ik als neutrale toeschouwer heb genoten? Absoluut niet.

De Engelse competitie zit vol met spelers waarvan je je überhaupt afvraagt wat zij als prof doen. Ik noem een Titus Bramble, een Kieron Dyer, een Nicky Butt, een David Dunn.

Zo kunnen we nog wel even doorgaan, met een Gary en Phil Neville, twee van de meest overschatte spelers ooit, die door hun werklust en inzet heel ver zijn gekomen. Dat is ook een prestatie natuurlijk, maar het is niet het soort prestatie waar een voetballiefhebber warm van wordt.

Waarom is het gehalte buitenlanders bij de topclubs anders zo hoog? Omdat die iets brengen wat ze in Engeland niet gewoon zijn, technisch vernuft. Kracht en moed zijn nergens als ze moeten toegeven aan een aantal scharen. Dat valt dus ook terug te zien in de prestaties van de nationale elftallen.

Marginale spelers als Stephen Ireland aarden in deze competities wel, maar zouden in andere Europese competities schromelijk tekort komen.


Sfeerbeeld

Daarnaast staat natuurlijk vast dat de Engelse sfeer ongeëvenaard blijft. Het fanatisme mag dan niet zo erg zijn als in Zuid-Europa of Latijns-Amerika, maar doordat de Engelse fans sneller tevreden zijn, is de sfeer tijdens wedstrijden er een stuk aangenamer. Het is er altijd gemoedelijk, de supporters willen nog wel eens de hele wedstrijd zingen en je kunt na de wedstrijd met een gerust hart naar huis. Misschien is dat wel de kracht van het Engelse voetbal.



De media hebben ook bijgedragen aan het utopische beeld van de Engelse voetbalcompetitie. Deze Engelse media staan natuurlijk bekend als een van de meest brutale en onbeschofte ter wereld, met al hun tabloids met smeuïge verhalen over de escapades van de ene superster, dan wel het overgewicht van de andere. Zij staan natuurlijk vooraan als er weer een schandaal wordt ontdekt, hetgeen een positief effect heeft op de naamsbekendheid van de Engelse competities.

De Engelse Premier League is tevens de enige competitie waarin alle vier de grote clubs in een weekend met 0-0 gelijk kunnen spelen, waarna er toch bij hoog en bij laag beweerd wordt dat het spannende wedstrijden waren.

En soms is dat ook zo in het Engelse voetbal, door discutabele beslissingen en fabelachtige individuele acties. Wie herinnert zich niet de geweldige goals van cultheld Matthew Le Tissier, of het hakje van Gianfranco Zola? Zo zijn er nog talloze momenten te bedenken, die door de wereldwijde belangstelling ook in het geheugen van menig voetballiefhebber gegrift staan.


Conclusie

De meningen over de Engelse competitie blijven natuurlijk verdeeld. De één vindt dit soort voetbal, waarin de modale voetballer ook een rol van betekenis kan spelen en gewone jongens geëerd worden, geweldig, de ander vindt het niks.

Zo gaat Napoli-voorzitter Aurelio De Laurentiis tot het uiterste om spelers van het kaliber als Marek Hamsik en Ezequiel Lavezzi niet naar de Premier League te laten vertrekken. "De Engelse levensgewoonten zijn slecht, hun eten is niet te eten en de Engelse vrouwen wassen zich niet rond de schaamstreek. Van een bad hebben ze nog nooit gehoord", waarschuwde de hoogste sportbestuurder. Het is niet geheel toevallig dat de diëtist die Juande Ramos van zijn trainerschap bij Sevilla meenam naar Tottenham in Londen niet in goede aarde viel, zoals men wel ziet.

Maar daar tegenover staan genoeg lofuitingen en dromerige uitlatingen van voetballers en fans, zoals recentelijk nog Clarence Seedorf, die zijn wens uitsprak om ooit nog eens in de Premier League te voetballen. Een feit is, dat het Engelse voetbal nog steeds de grootste voetbalcompetitie ter wereld voortbrengt, en dat ondanks al haar mankementen.