zondag, oktober 28, 2007

Hallelujah!

Net als Nederland heeft Amerika ook zijn eigen Sjors. De Amerikaanse Sjors is alleen ietsje groter, breder en mannelijker.

Zijn jeugd in Texas lijkt op die van kleine straatratjes in de grotere Amerikaanse steden. Bendes, overvallen en straatgevechten waren aan de orde van de dag. In deze cirkel van geweld kwam hij al snel bovendrijven als een van de meest gevreesde straatvechters van de buurt.

Om zichzelf wat te verbeteren, ging hij bij het zogenaamde “Job Corps”, een instelling die scholing en training verzorgde voor arme gezinnen. Hij kreeg daar nogal vaak ruzie met andere jeugd daar, wat ervoor zorgde dat hij geïntroduceerd werd met het boksen. Hij viel voor de sport, noemde het “de grootvader van alle sporten” en haalde in 1968 op 19-jarige leeftijd een gouden medaille op de Olympische Spelen van Mexico, waar hij trots met de Amerikaanse vlag wapperde.

Juist zoiets, trots zijn op zijn vaderland, bracht hem in opspraak. Andere “zwarte” atleten hadden uit protest hun vuist in de lucht gestoken (een black power-teken) tijdens huldigingceremonies. Dat hij nou patriottistisch uit de hoek kwam, was volgens een deel van Amerika not done. Anderen prezen hem juist voor zijn vaderlandsliefde.

Vanaf daar ging het snel met onze Sjors. In 1973 werd hij, met een record van 37 gewonnen partijen en 0 verloren, door de bonden verkozen om te vechten tegen wereldtitelhouder in het zwaargewicht Joe Frazier, die eerder Muhammad Ali versloeg. Het werd een kort gevecht, want Sjors had geen kind aan Frazier. Hij sloeg hem in 2 ronden al 6 keer tegen het canvas, met een technische KO tot gevolg. De laatste klap die hij Frazier gaf was typerend voor de stootkracht van Sjors; Frazier kwam door die uppercut met zijn voeten eerst los van de grond, voordat hij gestrekt op de vloer lag. Een nieuwe held was geboren.

De eerste twee keer dat hij zijn titel moest behouden, deed hij dat met verve. De Puerto-Ricaan José Roman ging binnen 55 seconden naar de grond (de snelste KO ooit in een wereldtitelgevecht) en ook in Venezuela, waar hij Ken Norton (die eerder Muhammad Ali een gebroken kaak sloeg) tegenover zich had, kwam hij als glorieuze overwinnaar uit de strijd. Slechts twee rondes waren er nodig.

Het volgende gevecht van onze Sjors is bij eenieder wel bekend. Zo niet, ga je schamen. In 1974 was het de befaamde “Rumble in the Jungle” die hem nekte en Muhammad Ali wereldtitelhouder maakte. Ali speelde het tactisch erg slim, had gezien dat de touwen in de ring slapper hingen dan normaal en ging dus meerdere malen daarin hangen, om zichzelf wat rust te gunnen. Vanuit daar bouwde Ali aan een moment om Sjors definitief neer te slaan. Dat gebeurde aan het einde van de achtste ronde, met een furieuze rechtse hoek op de kaak. Sjors ging neer en stond weer op, maar de scheidsrechter verbood hem verder te vechten. Voor het eerst (en, zo later bleek, de enige keer) ging Sjors Voorman knockout.

Sjors werd pas weer actief in 1976, met mooie gevechten tegen Ron Lyle (een tour de force) en Joe Frazier, terwijl ook Scott Ledoux en Dino Dennis aan een knockout moesten geloven.

In 1977 ging Sjors echter de andere kant op, na een verloren gevecht met Jimmy Young in Puerto Rico. Hij had last van hallucinaties door de hitte en dacht dat hij in de meest gruwelijke plaatsen kwam, wat ervoor zorgde dat hij voor de volgende tien jaar met boksen stopte en zijn leven begon te wijden aan het christendom.

In 1987 kwam hij, geheel onverwacht, weer terug in de bokswereld. Hij was toen 38 en iedereen dacht dat hij wel veel van zijn kracht verloren zou hebben. 18 (niet echt serieuze) overwinningen en een pak TV-commercials later kreeg Sjors voor het eerst echte tegenstand, in de vorm van voormalig contender Gerry Cooney. Sjors ging tegen hem tekeer als in zijn beste dagen, wat voor één van de meest spectaculaire knockouts in de geschiedenis zorgde.

Daarna mocht hij tegen een andere grootheid in het boksen, Evander Holyfield, uitkomen. Niemand gaf Sjors enige kans, maar hij hield het de volle 12 ronden vol en wist zelfs een paar aardige combinaties te plaatsen. Holyfield won weliswaar, maar de naam van Sjors Voorman was er weer eentje om rekening mee te houden.

Na nog een gevecht was het tijd voor Tommy Morrison, die onze Sjors tactisch versloeg. Tommy was zich bewust van de enorme stootkracht van Sjors, dus ging hij het man tegen man gevecht vaak uit de weg, wat soms zelfs ervoor zorgde dat hij met z’n rug naar Sjors stond. Hij won uiteindelijk op punten en de laatste hoop van Sjors om nog één keer wereldtitelhouder te zijn, leek nu toch echt weg.

Neen! Nog 1 laatste kans kwam er, mede door de rechtbank. Sjors mocht in 1994 (toen hij 45 jaar was) tegen Michael Moorer boksen, een jongeman die legende Holyfield verslagen had (in de kleedkamer stortte Holyfield in elkaar, waarna bleek dat hij een hartafwijking had, waardoor de overwinning van Moorer niet echt erkend werd). Moorer was er gebrand op te laten zien dat hij de beste was, en liet dat vanaf het begin duidelijk merken. Sjors had geen schijn van kans en werd in alle ronden vrijwel dol geslagen, maar zijn incasseringsvermogen was groot. Hij wachtte op het gaatje, wat hoe dan ook wel een keer zou vallen, zo zou hij later verklaren. Dat gaatje kwam er in de allerlaatste ronde, toen Moorer voor het eerst zijn verdediging niet op orde had, en Sjors sloeg meteen toe. Een combinatie waardoor Moorer even versteend bleef staan, met daaropvolgend een korte rechtse op de kin waren genoeg voor Sjors om de jonge Moorer (26) naar het plafond te laten turen. Hij had het geflikt, de oude Sjors Voorman, wereldtitelhouder op zijn 45e.

Wat een held, onze Sjors.

donderdag, oktober 25, 2007

Amsterdam: Ronde 2

Een schaars geklede belspeltrien loopt rond met het bordje 2, de bel luidt.

En daar is de beste stad van Nederland weer. Ze blijft negatief in het nieuws, hoe graag ze ook wil dat er eens een positief geluid doorbreekt in de media. De spotlighthomo’s (Albert) en overspelige tuthola’s (Linda) in het mediapark doen hun werk zeker niet goed?

Want als er één ding aangenomen mag worden van onze Jules, is het wel dat men Amsterdam in Hilversum helemaal het einde vindt. De Albert Cuyp, de mooie PC Hooft, het kan niet op.
Nou, wel dus.


Vandaag werd er weer een jongen neergestoken in Amsterdam, in de Bijlmer, door klasgenootjes. Hij was 15 jaar. Gelukkig overleefde hij het drama wel, en bleef (ook heel belangrijk) bij kennis zodat ook deze dadertjes hun welverdiende straf kunnen krijgen. Mooi dat de rechters nu gemaand zijn rustig aan te doen met taakstraffen, hun verdiende loon. Na de tragiek van de vorige weken met het “pen-incident”, opnieuw een zorgelijke situatie. Het kan zo niet langer op de MBO-scholen in de hoofdstad!

Bam, bam, een harde combo op het lijf van Job Cohen.


Eerder deze week was er al het onbegrijpelijke bungeejumpen zonder touw van een vrouw en kind van de 4e verdieping van de Bijenkorf. De vrouw, die zeer waarschijnlijk minder toerekeningsvatbaar was, had niet eens haar eigen kind eerst naar beneden gegooid, en sprong er toen zelf achteraan. Was ze bang dat het kind hard terecht zou komen? Of viel het kind uit haar handen en wilde ze het tere lijfje redden? De politie sloot niet uit dat het om een zelfmoordpoging ging. Nou, missie geslaagd kunnen we wel stellen. Waarom zit er geen standaard glas tussen die verdiepingen in zo’n warenhuis?

Een rechtse directe op de kin van Job, die zich vermand en doorgaat.


Als laatste de aanhoudende autobranden, waar ik al eerder over berichtte. Ze blijven maar doorgaan en nog steeds wordt er niemand opgepakt in de hoofdstad. In Den Haag, waar de trend gekopieerd was, zijn ze daar wel goed in. Meteen geen vervelende berichten meer aldaar. Amsterdam houdt het liever nat met een belerende vinger en een netjes “foei”. Maar toch, gisternacht moest een invalidenwagentje eraan geloven. Een minder mobiele man of vrouw zit nu tranen met tuiten te huilen, omdat de etterbakjes in Slotervaart hun woede kwijt moeten. Ga boksen!

Een losse linkse, met handig voetenwerk van Cohen om deze te ontwijken, maar een gerichte uppercut laten hem in de touwen belanden. Jammer genoeg luidt de bel.

De schade wordt geïnventariseerd, het is het einde van de tweede ronde en Cohen staat te zwalken. Gaat hij in de derde ronde knockout?

woensdag, oktober 24, 2007

Onder de noemer: Beruchte voetbalclubs

Beruchte voetbalclubs bestaan, en er zijn er een hoop van op de wereld. Nu staan er soms van die clubs in van die lijstjes, waarvan je zegt, daar zou ik wel eens meer van willen weten. Zijn ze echt zo berucht? Wat is er dan zo berucht aan?

Ik zal dit hieronder nader toelichten. Suggesties voor clubs zijn natuurlijk altijd welkom, maar het moet natuurlijk wel zo interessant en obscuur mogelijk zijn.

Te beginnen met: Huracán. De Tres Arroyos.

De God

Huracán was een Maya God, die heerste over wind, storm en vuur. Deze figuur was ook één van de scheppende figuren die in alledrie de pogingen om de mens te creëren mee heeft gedaan. De Maya’s geloven namelijk dat de mens is ontstaan uit drie pogingen van verschillende goden.
De god heeft verschillende namen gekregen, zoals Hurakan, Harakan, Tohil, Bolon Tzacab, Kauil (ik vermoed dat dit Hawaiiaans is) en “Het Hart van de Hemel”.
Natuurlijk komen ook de hedendaagse benamingen “hurricane” en “orkaan” van deze Maya grootheid, want je bent pas echt een god, als zelfs in het nu dingen (het liefst negatief, zodat men kan zien dat je discipline wilde) naar je vernoemd zijn.
Huracán was verantwoordelijk voor de grote overstroming die de mensheid van de aardbodem zou vegen, net als in het verhaal van Noach en de Ark. Zijn verschijning is niet al te florissant. Slechts één been, de andere was een slang, een soort olifantenslurf als neus en een rokend object op zijn voorhoofd.
Davy Jones zou jaloers zijn.

De plaats

Tres Arroyos. Het betekent zoveel als “drie rivieren.” De plaats (en ook de “partido”) ligt in het zuiden van de provincie Buenos Aires en kent veel inwoners die afstammen van immigranten. Het totale aantal inwoners is vastgesteld op 45.986.

In het einde van de 19e eeuw haalde Argentinië een hoop Europese immigranten binnen en veel van die immigranten vestigden zich in en rond Tres Arroyos, dat voornamelijk Deens, Frans en Nederlands gekleurd is.

Zoals gezegd hebben veel Nederlandse immigranten hier hun toevlucht gezocht, bewijs daarvan is het Nederlands consulaat in de plaats. Koningin Beatrix is hier in 2006 nog op bezoek geweest, met vast en zeker een heel leuk hoedje, misschien wel een sombrero.

De club

Huracán de Tres Arroyos heeft een luchtballon als logo, geheel in stijl met de winderige oppergod. Hun bijnaam is dan ook “El Globito”, de kleine luchtballon. De club werd opgericht op 3 januari 1923, volgens Spaanstalige bronnen. Engelse bronnen zeggen dat de club op 14 augustus 1924 ontstond.

Bekend volk?

Niet echt. De bekendste spelers die bij Huracán gevoetbald hebben zijn alletwee lid van de familie Palacio, namelijk Rodrigo (huidige spits van Boca Juniors) en zijn vader, Juan Román. Rodrigo heeft het inmiddels tot Argentijns international geschopt.

Berucht?

Niets wijst erop dat Huracán echt veel stennis heeft geschopt. We kunnen dus concluderen dat het een vrij nuchtere club is, iets wat wel grappig is getuige de feiten dat er veel Nederlandse immigranten wonen en dat het voetbal waarschijnlijk geïntroduceerd is door de Europese immigranten.

Conclusie

De naam belooft heel wat, door de mythen die de ronde doen over de god Huracán (was het een zuiplap? Zat hij graag aan meisjes? Kon hij veel eten?), maar in werkelijkheid valt het vies tegen. Een clubje in de marge, dat is het nu eigenlijk.

dinsdag, oktober 23, 2007

Gehoord

Ik heb een nieuwe hoofdtelefoon afgeschaft, een hele mooie zwart met zilveren. Zwart staat overal bij, dus wat dat betreft zit ik qua styling wel goed. Hij is lekker warm over de oren, goed stevig en een tikkeltje oversized om dat echte ghettogevoel uit te dragen.


Hij is van het merk Sennheiser, volgens velen een toppertje en de Lexus onder de gehoorapparaten. Vandaar dat ik hem gekocht heb, want ik identificeer mij graag met auto’s van loempiavreters, aangezien die ook met de geweldige Daihatsu Gino op de proppen kwamen.

Zijn geluid is als de beste stereo’s. Goede bass, veel tonen, en vaak kun je bij een band ook nog uitvogelen hoe de apparatuur in de opnamestudio stond opgesteld. Hij speelt alles zeer zuiver, van hiphop (Jedi Mind Tricks, Mos Def & Talib Kweli, The Roots) tot grunge (Pearl Jam), deathmetal (Opeth) en pop (Saybia) tot fluisterliedjes (Sufjan Stevens).

Eigenlijk was ik die oordopjes gewoon zat. Ja, ze waren wel leuk klein enzo, en makkelijk mee te nemen, maar telkens als het regende viel er minimaal eentje om de 5 minuten uit. Oordopjes met zo’n band erom voor achter je oor is ook niks voor mij, volgens mij zit dat gruwelijk irritant. Oorschelpen? Nee, dat is voor twijfelaars. Zo van ik wil eigenlijk geen oortjes, maar een hoofdtelefoon is weer te groot. Een oversizede geluidspompende oorwarmer was voor mij het Mekka.

De tweede dag dat ik hem gebruikte, had ik er al meteen profijt van. Het was kouder dan een koe in het Engels en dankzij mijn geweldige hoofdtelefoon had ik dus geen bevroren geluidsontvangers, maar rooie oortjes.

Dag 4 was ook weer zo’n moment om niet te vergeten. Ik stond in het centrum en wilde aanstalten maken om aan te fietsen, toen opeens een andere fietser mij bijna van mijn spreekwoordelijke sokken reed. Ik schrok natuurlijk een beetje, want door het overweldigend goede geluid en de magistrale demping van de omgeving buiten mijn hoofdtelefoon, had ik dit niet aan zien komen. Levensgevaarlijk toch? Ja, maar wel aangenaam dat je daarbij prima muziek tot je beschikking hebt. Dat maakt het geheel wat draaglijker.

U ziet het, het is een wereldding, die hoofdtelefoon van mij.

zondag, oktober 21, 2007

Het joods-Amsterdamse wanbeleid

Job Cohen kijkt om negen uur ‘s avonds naar het nieuws en hoort dat er alweer auto’s uitgebrand zijn in zijn geliefde Amsterdam. Hij zwijgt, en neemt nog een lekker koekje bij de thee. Even lekker erin soppen, pappen en nathouden. Mmm.. dat is lekker!

Ondertussen is het alweer de 11e auto die uitbrandt in een week tijd. 3 man werden er opgepakt omdat ze met een jerrycan benzine over straat liepen, maar vervolgens vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Het zou kunnen dat de jerrycan niet bedoeld was om auto’s mee in de fik te steken. Ik ga ook altijd met een jerrycan in de hand door de buurt.

Cohen kijkt om elf uur nog een keer naar het nieuws, en ziet tot zijn verbazing dat er nog twee auto’s te grazen zijn genomen. Zijn tactiek werkt niet? Wat is dat voor flauwekul! Nee, dit moet een gewone Hollandse boerenkoolpyromaan zijn. Dit kan niet het werk zijn van die lieve couscousmarokkaantjes, daar zijn ze veel te aardig voor! Om zichzelf te troosten, schakelt hij over naar Ajax – NEC. ‘Zijn’ joden zullen toch wel gewonnen hebben?

Niets is minder waar. De Amsterdamse trots speelde weer eens mat, verloor bovendien keeper Stekelenburg en het werd 0-0. Ajax-trainer Adrie Koster gaf na de wedstrijd aan dat hij wel een goed gevoel had aan het begin van de wedstrijd. Ook hier geldt: Pappen en nathouden.

Job besluit dan maar te gaan slapen. Erg fijn slaapt hij echter niet, want hij heeft een verschrikkelijke nachtmerrie. De ME is gearriveerd in Slotervaart en schiet met scherp (en rubber kogels) op iedereen die zich na de avondklok van 21:00 op straat langs een auto durft te vertonen. Jongeren met jerrycans of andere zichtbare “wapens” worden zonder pardon opgepakt en moeten waarschijnlijk, door de verscherpte regels, een week brommen. Weg overlast. Stadsdeelhouder Marcouch roept dat dit “niet de bedoeling was, het was de schuld van IJzeren Job.”

Badend in het zweet schrikt hij wakker. Nee, dan maar pappen en nathouden.

zaterdag, oktober 20, 2007

Hossel: Puke the rainbow

Teveel drank is niet goed voor een mens. Mijn vriend J. alias Grijpstuiver alias Hossel kan daarover meepraten.

J. was nogal enthousiast begonnen aan de donderdagavond, met een aantal fikse slokken champagne op een redelijk nuchtere maag. Daarna was het tijd voor wat goudgele rakkers met witschuimende kragen, al waren ze niet heel koud, wat erg jammer was en het drinktempo niet bevorderde. Na deze 6 of 7 rakkertjes kwam het echte vuurwerk: 3 flessen drank door elkaar, maar vooral de Petrikov Green die er bij J. als water in ging. Als ik goed opgelet heb, en daar ben ik vrij zeker van, was de helft van de fles verdwenen in zijn slokdarm.

De nacht maakte zeer vroeg al een slachtoffer, een waarschuwing voor later misschien, maar wij hadden er niet zo’n boodschap aan.

De Petrikov alleen was natuurlijk niet genoeg, want we hadden ook nog Martini Fiero en Blue Curaçao bij. J. maakte ook deze twee flessen graag soldaat. Als wij er niet bij waren geweest, had ie ze makkelijk in z’n eentje opgedronken, maar dan was het waarschijnlijk wel een enkeltje ziekenhuis geweest.

Afijn, aangekomen in de stad, was hij ook daar niet te houden, maar meneer moest wel meteen al vaak naar de WC, een slecht teken volgens de kenners. In de tweede tent waar we waren, was het vervolgens raak. Omstreeks 2 uur plaatselijke tijd werd er angstig naar buiten gelopen door Hossel, waarna hij volgens ooggetuigen flink moest gorgelen. Het regende niet, maar toch was er een regenboog te zien, eentje die verschrikkelijk stonk, dat dan weer wel. Er zijn vermoedens dat hij grijpstuivers zocht.

Hossel was daarna natuurlijk vergeten waar zijn fiets stond, waardoor hij genoodzaakt was bij iemand anders achterop te klimmen en zo mee te liften naar zijn huis, 8 km van het centrum vandaan.

Het liften ging niet vlekkeloos, dus werd er op een gegeven moment besloten dat er maar beter gelopen kon worden. Dat deed Hossel dan ook, zelfs toen een van zijn ouders met de auto naast hem stond en hem maande in te stappen, bleef hij stug doorlopen, want, zo zei hij, “ik heb een missie.”


De geruchten gaan dat hij aangekomen is op zijn plaats van bestemming.

woensdag, oktober 17, 2007

De mythe van Schiedam

Helden.

Je hebt ze in alle soorten en maten.
Lenin, Jezus, Martin Luther King, Snelle Jelle, Andre Agassi.

Soms net iets te dik, soms iets te dom, soms te lomp en soms te krom. Er was één man, die het allemaal had.

Opgegroeid in de volksbuurten van Schiedam was deze jongen een modale voetballer, niet bijzonder getalenteerd. Toch vond Sparta het nodig om hem te contracteren. Hier ontplooide zijn professionele carrière en het duurde slechts 2 seizoenen voordat de volgende club daar was: FC Groningen. In totaal 4 seizoenen speelde hij voor de “Trots van het Noorden”, alvorens zijn echte liefde te vinden, wederom in Rotterdam. Feyenoord haalde hem binnen en vanaf dat moment ging zijn status pas echt omhoog.

Zijn verschijning dwong gelijk respect af. Lange manen, dikke baard, karakteristieke oorbel en met de andere verdedigers een achterhoede die klaar was om iedere tegenstander te slopen. Het vechtvoetbal dat Feyenoord indertijd speelde, was eigenlijk zo gekomen omdat de achterhoede (en dus ook hij) geen enkel opbouwend inzicht had. Een volksheld, een ware winnaar die nooit van wijken wist, een casanova pur sang, Coen van Vrijberghe de Coninck mocht jaloers zijn. Hij haalde zelfs het Nederlands elftal!

Maar dan komt de keerzijde van de medaille. Een voetballer krijgt veel geld, en wat doe je met dat geld? Je gaat gokken. Je gaat veel gokken. Je krijgt last van die irritante mannetjes die om je heen zoemen en je lekker maken met grote bedragen. Opeens heb je niks meer.

En dan? Dan ga je je als Holland’s Next Topmodel gedragen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, en aangezien hij een leeuw was, brengt dat nog meer chaos met zich mee. Hij werd betrapt door Frank de Boer bij het achteroverdrukken van een paar mille. Toen ging ‘ie voor het grote avontuur naar het buitenland. De Wolves boden hem echter niet wat hij wilde, mede door een blessure, en hij was genoodzaakt zijn carrière af te sluiten bij clubjes die echt niet bij de status van deze man pasten. Hij deed er een trainerscursus bij, omdat hem dat leuk leek. Bij Sparta heeft de beste man ook nog een tijdje een redelijk onduidelijke functie gehad.

Langzaam raakte hij toch in de vergetelheid. Ja, af en toe berichtten de roddelpers over zo’n dramatische relatie met de ook hier al eerdergenoemde zwarte weduwe Rachel, maar daar is niks van bevestigd. Komkommertijd wellicht.


Het bloed kruipt schijnbaar waar het niet gaan kan, want in 2006 was hij daar “ineens” weer. Miste hij de spotlights? Was hij weer eens platzak? De naamsbekendheid heeft waarschijnlijk de doorslag gegeven in een tijd waarin de meeste mensen zeuren dat het vroeger zoveel beter was. Let op Máx, dé Nederlander bestaat!
Hij deed mee aan Dancing with the Stars, alwaar hij met zijn houterige pasjes toch nog redelijk ver kwam (3 rondes van het einde moest hij plaatsmaken van het Nederlandse publiek). Eigenlijk best gek. Het bewijst maar weer eens dat imago heel belangrijk is.
Daarna samen met Rebecca “ik-sliep-met-Beckham” Loos voor campingzender SBS het oranjegevoel meten, hoe ironisch. En passant werd hij ook nog onderuit gemept door die andere ex-voetballer in Fighting with the Stars.

Nu is hij trainer van zondaghoofdklasser Türkiyemspor. Een onnatuurlijke rol voor hem. Gelukkig wees hij wel een speler met Ajax-sokken terecht, want dat kan écht niet meer tegenwoordig. Het is te hopen dat hij niet zo eindigt als de oude voorzitter, of Bram Zeegers. Dat verdient hij niet.

zondag, oktober 14, 2007

Zagen en Zeegers

Hét nieuws van de week was ik eigenlijk vergeten te melden. Hét nieuws dat het Openbaar Ministerie weer terugzette op de plaats, hét nieuws dat Nederland toch weer ineens warm maakte voor hét proces van de eeuw.


Natuurlijk heb ik het over de dood van die ex-advocaat en vermeend “maffiamaatje”, Bram Zeegers. Dinsdagnacht vermoord in zijn eigen huis, in het bijzijn van zijn vriendin en drugskoerier. Dat móest wel het werk van De Neus zijn geweest. Ongewild kwam Willem Holleeder weer eens negatief in het nieuws.

Wat bleek nu bij de autopsie? De man had een overdosis MDMA (het werkzame deel in XTC, wat tegenwoordig puur in die pillen zit) genomen volgens het Nederlands Forensisch Instituut. Door Justitie werd het vervolgens afgedaan als zelfmoord, omdat hij schijnbaar de pillen (of het poeder) vrijwillig in had genomen en er geen sporen waren gevonden van een worsteling of andere persoon in het huis van de heer Zeegers. CSI kijken loont.

Een overdosis MDMA (wat neerkomt op 6,2 gram pure MDMA, dat overigens geen lekker frambozensmaakje zal hebben), dan ben ik toch benieuwd, want verschillende bronnen melden dat je niet dood kunt gaan aan een overdosis MDMA alleen. Daar moet meer bij komen kijken. Ja, het zou een overdosis MDMA in combinatie met alcohol zijn geweest volgens Justitie. Dan is het dus geen overdosis drugs, maar de combinatie van drugs en alcohol. Ben ik toch weer benieuwd hoe dat is gegaan. Zeegers en Braziliaanse sambadanseres annex stationsprostituee annex drugskoerier annex vriendin komen thuis na een etentje, waar ze zich gewoon netjes hebben gedragen, gaan naar de badkamer, alwaar ze een shitload MDMA naar binnenwerken (en ik vind paracetamol al vies) en Zeegers gaat vervolgens in bad liggen. Dan komt het belangrijke moment. In bad vindt hij het nodig om zichzelf helemaal naar de tering te zuipen, om zo nooit meer wakker te worden, want dat is de bedoeling van de combinatie van MDMA met grote hoeveelheden alcohol. Ooit meegemaakt dat iemand dat deed? Zichzelf in bad dronken voeren? Ik denk dat Bram een wereldprimeur had.

Nee beste mensen, er is iets heel anders aan de hand. De dader is niet Willem Holleeder of iemand uit zijn directe omgeving. De dader is geen ‘maffiamaatje’. De man die als enige Bram Zeegers dood wilde hebben, was Jules Deelder. Want ook al had Bram zijn wilde haren afgeschoren, toch liep hij nog verdacht vaak met een donkere zonnebril op, om zijn drugsverslaving enigszins verborgen te houden. Jules was niet gediend van zo’n ordinaire “copycat”.
De nachtburgemeester van Rotterdam duldt namelijk geen concurrentie, en al helemaal niet uit dat godvergeten hol aan de Amstel, waar dat pleuriswijf met die kut op aardgas nog steeds de boel onveilig maakt.

En die arme Holleeder maar vastzitten..

Komkommertijd?

En dan is er ineens Burma, Birma of Myanmar. Ik noem het voor het gemak Birma. De situatie daar is nu zorgwekkend, lees ik in diverse media. Waarom nu? Waarom niet al eerder? Bij mijn weten is Birma al sinds 1962, sinds het aanstellen van de junta, een dictatuur die alle andersdenkenden onderwerpt, oppakt, martelt en vermoordt.

Alleen in de buurt van Thailand gaat men er tegenin. Legers tegen guerrilla’s, met veel vluchtelingen (meer dan 400.000 al) als gevolg. Ja, je had in 1990 de National League for Democracy, die de door de junta geregelde “vrije” verkiezingen won. Helaas voor deze oppositiepartij werd de overwinning niet door de junta erkend, verrassend hè?

Monniken protesteerden al in de 80’er jaren tegen al dat geweld, maar na pakweg 20 jaar vonden ze het weer tijd voor een uitje. Dus wat gebeurde er? Ze gingen naar buiten, met honderden, duizenden tegelijk. Niet lawaaierig, gewoon in stilte, lopend over straat.

Dat plaatste de regering weer voor een dilemma. Wat te doen met deze zwerm die steeds meer mensen aantrekt, maar tegelijkertijd ook heilig is. Monniken zijn voor de Birmese bevolking namelijk als een koe voor een boeddhist. Men moet ze eigenlijk met rust laten.

Nee, dacht de junta, ze kunnen me wat. Monniken zijn gewend om vredelievend te doen en alles zonder geweld op te lossen, dus ze bieden toch geen tegenstand. Wij gaan er eens lekker op in hakken! En zo pakten ze wat monniken op, sloegen er een paar tot pulp en gaven er een heel aantal de kogel in de jungle.

Toen kwamen de Verenigde Naties met een belerend vingertje. Foei, mag niet. Dus moest er bemiddeld worden, dat gebeurde dan ook en uit die gesprekken kwam voort dat de junta “openstaat” voor een vreedzame oplossing. Tot dan toe blijven ze nog wel even doorgaan hoor.

En ze grijpen niet in hè, die grote landen. China, Rusland, Amerika, man, zelfs Frankrijk zou dat land plat moeten bombarderen. Gebeurt niet, omdat er helemaal niks te halen valt. 10 % van de bevolking (dat zijn zo’n 5 miljoen mensen) heeft niet eens genoeg geld om dagelijks te eten en te drinken. Een kale kip kun je niet plukken.

Maar het meest stuitend vind ik de vraag: Waarom nu?

vrijdag, oktober 12, 2007

Tekenfilms

Mijn grote vriend Osama, de schapenknuffelaar belde net. Of ik hem zondagmorgen weer even op de NMO (Nederlandse Moslim Omroep) wil zetten. Ze schijnen daar nieuwe programma’s uit te gaan zenden, iets met een in een goedkoop namaak Mickey Mouse-pak verklede man, genaamd Farfour (ontzettende B-naam voor een kindervriend), die propagandistische leugens verkondigt aan alle Islamitische jongetjes en meisjes.

Vind ik leuk, zulke berichten. Doet me ook wat.

PvdA-kamerlid Jeroen Dijsselbloem was ook erg geraakt door dit bericht, zo geraakt zelfs dat hij van zijn geloof viel. Normaal gesproken staat de PvdA toch klaar voor de allochtone medemens, met veel zieltjeswinning tot gevolg.

Nu sprak Dijsselbloem echter zijn bezorgdheid uit over de situatie in omroepland. Hij vreest dat conservatieve moslimorganisaties steeds meer invloed krijgen in Nederland. Hij vreest dus dat die moslims in Nederland binnenkort met hele rare rugzakjes of pakketjes om hun lijf gaan lopen.

De allochtone jeugd wordt natuurlijk veel gewelddadiger, zo bleek onlangs dat 30 % van de Marokkaanse jeugd (12-18 jaar) in Tilburg in de criminaliteit terecht komt. Maar de jeugd van tegenwoordig heeft weinig met bompakketten. Daar heb je maar één keer plezier van. Nee, de jeugd van tegenwoordig ziet meer in wapens die meerdere keren bruikbaar zijn. Pistolen, geweren, vlindermessen. Jongentjes van 14 lopen er in Amsterdam al mee.

Meneer Dijsselbloem, als de jeugdige moslims al radicaliseren, dan zal dat echt niet gebeuren door een aantal tv-programma’s die zelfs nog te goedkoop gemaakt zijn voor John de Mol. Dat gebeurt door het verrotte onderwijssysteem, waar ze op het MBO Jip en Janneke-boeken lezen. Als zo’n ochtendprogramma als hierboven genoemd ook nog een educatieve functie heeft voor die jongens, ben ik er absoluut voor. Invoeren die hap.

Tot die tijd blijf ik fijn Ducktales kijken, met mijn jeugdheld Darkwing Duck. Daar kan de NMO nog een puntje aan zuigen.

woensdag, oktober 10, 2007

Doemdenken

Het vervallen Koninkrijk der Nederlanden, 4 mei 2050.

In Tilburg-Zuid worden de nationalisten bevoorraad door een gekaapte Jumbo-vrachtwagen. Kratten met munitie en voedselpakketten worden gelost. De bevolking, althans, wat er van over is, staat te trappelen om wat vers water. Sinds de drooglegging van ’45 is dat een kostbaar goedje. De staat heeft de kraan toen dichtgedraaid, en het Koninklijk Huis is nu de enige afnemer van wat ooit zo rijkelijk door de leidingen stroomde. Heel soms stuurt Hare Majesteit Koningin Amalia een paar regentonnen mee, om zo deze kant van de bevolking te vriend te houden.

Groot gelijk heeft ze, vinden ze hier. Die lelijke zwartnekken verdienen het niet, en zij hebben aan deze hoeveelheden genoeg. De hongerwinter van ’41 leerde de nationalistische guerrillabeweging om te gaan met schaarsheden.

Het spandoek “Geen halalvlees in onze supermarkt!” is gerafeld, de kogelgaten zijn niet meer op 1 hand te tellen. Een pamflet van een man met een grote blonde coupe lacht ons toe vanaf de vervuilde grond. Was dit de vrijheid die hij voor ogen had?

Die geitenneukers moeten weg, liever vandaag dan morgen.
Een monument voor de filmmaker met die beroemde uitspraak is nergens meer te bekennen.
De Westermoskee is ook afgebroken, nadat het daar tot een gewelddadige confrontatie kwam tussen de twee partijen.


In Tilburg-Noord verzamelen de terroristen zich bij het terrein van de voormalige voetbalclub JPS, nabij de autowrakken van het vroegere “Care”. Een jongen kan zijn stoere praatjes niet voor zich houden en begint op te scheppen over zijn spijkerbom bij het Korvelplein van een dag eerder, er vielen 5 doden.
Deze 13-jarige ‘westside gangster’ met teveel vrije tijd om handen kan gerust doorgaan voor de moderne kindsoldaat, met de hoeveelheid aanslagen die hij op zijn geweten heeft.

Ergens anders leest een op Aart Staartjes lijkende man, uiteraard wel met baard, voor aan de jongere kinderen uit een groot boek. De kleintjes knikken eenduidig bij de woorden “dood” en “ongelovigen”.

Het is lang geleden dat iemand de muur, die dwars door het centrum en de wijk Jerusalem loopt, durfde te trotseren. Er zijn gewone doorgangen, maar die worden natuurlijk van beide kanten streng gecontroleerd. Ondergedoken familie kan niet worden bezocht.


Dan luidt precies om 20:00 in Tilburg-Zuid de dodenklok. Vroeger een teken van rust, van opperste stilte en verbroedering. De guerrilla’s gaan echter onveranderd door, ook tijdens de voor hen ooit zo belangrijke herdenking.

Één oude man blijft echter ineengedoken zitten bij de grote truck. Hij pakt zijn verfrommelde zakdoek uit zijn gescheurde ribbroek en veegt de opwellende tranen zo snel mogelijk van zijn gezicht. Deze man is door het leven getekend, getuige zijn vele rimpels.
Hij mijmert: “Dag mam, ik zal je nooit vergeten..”

zondag, oktober 07, 2007

De Hazes-mythe

Helden.

Je hebt ze in alle soorten en maten.
Hitler, Malcolm X, Batman, John de Wolf, Emil Zatopek.

Soms net iets te dik, soms iets te dom, maar je hebt er ook die het van allebei een beetje hebben. Meestal zie je van echte helden ook tattoo’s terug bij mensen van alle maatschappelijke klassen. André Hazes was ook zo iemand.

Eigenlijk te dik, te schofterig en te dom, werd hij door Amsterdamse coryfeeën John Kraaykamp sr. en Willy Alberti warm gemaakt voor de smartlappenbusiness. Eigenlijk was dat helemaal niet zijn ding, want hij hield van blues. Maar het ging goed vanaf het liedje Eenzame kerst en de platenmaatschappij zag er wel brood in.

Afijn, vele hits volgden en de cultfiguur Hazes, bijna altijd met onafscheidelijke hoed en pilsje in de hand, was geboren.

Een harde werker, een man van het volk. Iemand die zo gewoon was gebleven. Wat heet gewoon.

Laten we het niet ontkennen, André zoop alsof zijn leven er van af hing. Nou houd ik ook wel van een lekkere goudgele rakker met witschuimende kraag op zijn tijd, maar André was gewoon niet te houden. Voor, tijdens en na optredens deed hij zich te goed aan veel vloeibaar goud en het liefst ook nog even een lekkere vette hap.

Bij hem kwam zijn liefde voor de fles voort uit onzekerheid, en dan maken mensen vaak misbruik van je. Hij organiseerde veel feestjes, waar de georganiseerde pers ook uitgenodigd was. Naïef als hij was, betaalde hij dan de bus waarmee zij terug konden reizen, terwijl deze zelfde journalisten hem de volgende dag afschilderden als een monster.

Een monster was het absoluut niet, maar een overgevoelige man met een aantal gruwelijke zwaktes, door Urbanus in één van zijn strips ooit BTW genoemd. Bier, tabak en wijven. Knakworstjes misschien ook wel.

Want laten we niet vergeten, André is maarliefst drie keer getrouwd geweest. De laatste keer moet nog wel het stomste zijn geweest, want als iemand op mij overkomt als een aasgier, ondanks dat Dré zelf een tattoo van haar had, is het Rachel (Rochel) Hazes wel.

Zolang de centen binnenstroomden, had Rachel niks te klagen, maar o wee als André het even moeilijk had, dan was ze als één van de eersten in de buurt om te zeggen dat het aan hemzelf lag, in plaats van hem echt te steunen. Meermaals dreigen om weg te gaan, hetgeen in 2003 al leidde tot een uitstel van zijn concerten in Ahoy’.

Toen het einde nabij was en André echt zo goed als niks meer waard was na een aantal complicaties (als gevolg van zijn ongezonde levensstijl), wierp Rachel zich echter in de media (en dat vind ik nog het meest kwalijke) op als redster in nood.

Hij was in 2002 zelfs even gemeenteraadslid in de Ronde Venen (Utrecht). Nu ja, het is wel bekend dat de grootsten der aarde ook flink aan de alcohol (en drugs) zitten/zaten, dus wat dat betreft, had het gekund toch? Maar Hazes had totaal geen politieke achtergrond en wist nauwelijks wat er speelde in de gemeente (mede doordat hij constant aan het touren was, mede doordat hij gewoon niet zo heel erg slim was), dus wat deed hij daar eigenlijk?

Door de vele kritiek waar André mee geconfronteerd werd, stortte hij in elkaar en besloot zijn zetel op te geven. Het was de tijd van Pim Fortuyn, de tijd dat mensen behoefte hadden aan een persoon om zich mee te identificeren. De een deed dat met een kale, fascistisch neigende homo met een ‘kijk-eens-wat-ik-durf’-mentaliteit, de ander koos dus voor André.

En dan zijn uitvaart. Mensen, kinderen, wat een gebeurtenis. De ArenA heeft nog nooit zo vol gezeten. De beste Nederlandse performers werden uitverkozen om een liedje van André ten gehore te brengen, en wat waren we allemaal geroerd. Hossende mensen, veel drank en niks dan mooie woorden voor “onze” Hazes. Want het was toch zo’n goede kerel..
Die vuurpijlen, ook zo'n vreselijk commerciële gebeurtenis. Rachel die per ongeluk een deel van d'r eigen echtgenoot vergeet, hi-la-risch. Blijkt maar weer hoeveel ze met hem ophad. Haar rekening is tegenwoordig goed gevuld door alle compilaties, reportages en nieuwe singletjes. Laat dat geld ten goede komen van zijn kinderen, maar niet aan deze zwarte weduwe.


André Hazes was een posterkind voor de gewone Nederlandse mens, zoals Ché Guevara dat werd voor de communistische armen in Zuid-Amerika. Slechte daden worden dan al gauw vergeten. Ik blijf dat merkwaardig vinden.

donderdag, oktober 04, 2007

Open brief aan mijn favoriete trainer

Beste Henk,

Je hebt al gepraat met Chelsea heb ik gelezen. Mooi man. Zo’n stap moet je zeker maken. Wie had dat ooit gedacht, die halve Surinaamse kettingroker die als voetballer niet verder kwam dan het bescheiden Go Ahead, hoofdtrainer van Chelsea, een van ’s werelds grootste en meest machtige clubs.

Moet ik de pluspunten nog opnoemen Henk? Nou vooruit.

- In Engeland hebben ze 20 teams in de hoogste divisie, dat betekent 2 tegenstanders meer om de schuld op af te schuiven als je weer eens niet wint of moeilijk voetbalt.

- 20 teams betekent ook 4 wedstrijden meer (38 om 34) om je doelsaldo op te krikken.

- Geen lange reizen meer naar Venlo of Groningen, maar gewoon gezellig met zijn allen naar een ander deel van de stad (Arsenal, West Ham, Tottenham, Fulham..)

- Ze kennen in Engeland geen Kozakken Boys.

- In Engeland hebben ze 2 bekers (de Carling Cup & de FA Cup), hetgeen dus betekent dat er één extra prijs te winnen is! Spreid je kansen.

- In Engeland houden ze, net als jij, niet van kunstgras.

- De kwaliteit van de selectie is natuurlijk een heel groot pluspunt en ook het feit dat ze bij Chelsea nagenoeg alle 25 fysiek tiptop in orde zijn, weegt zwaar bij een trainer. Dat is pas lekker werken.

- In Engeland is de pers juist wél op jouw hand en zullen ze je echt niet snel afkraken als het eventjes minder gaat.

- Het maakt niet uit hóe je wint, als je maar wint. Mourinho speelde 4-5-1, en geen haan die daar naar kraaide.

- In Engeland zou een beperkte verdediger als Jurgen Colin geroemd worden om zijn tomeloze inzet en uitgroeien tot een clubicoon. Neem dus Davids en Stam mee voor nog 4 jaar, jij kunt ze toch wel overhalen? Als je ze zat bent, wil Bolton ze vast nog wel hebben.

- Met het geld van Roman kun je volgens mij je “halve zoon” Ronaldinho wel terughalen. De contacten zijn al gelegd, het is enkel aan jou om hem binnen te halen.

- Nog een optie voor achterin bij Chelsea, Winston Bogarde. Hij buigt nergens voor, kent de club en is wellicht bereid om voor een minimaal salaris bij de club te komen. Win-win-situatie.

- Over goochelen met aankopen hoef je je trouwens geen zorgen te maken, alle ingrediënten van een wereldteam zijn al aanwezig, ze zijn echter nog wel op zoek naar een trainer die dat eruit krijgt.

- Daarnaast heb je geen last meer van die vervelende bondscoach die al je spelers wegpikt voor interlands van het Nederlands elftal.

- De trainingsfaciliteiten op Stamford Bridge zijn geweldig. Je spelers kunnen zonder problemen zelfs 4, wat zeg ik, 5 uur achter elkaar rondjes lopen.

- Een belangrijk gegeven is ook dat Chelsea al zeker is van Champions League voetbal. Geen maffe uitwedstrijden in Oostbloklanden met een verhoogd risico op blessures, meteen de groepsronde in met die jongens!

- Kreeg je er in Nederland al niet genoeg van, Roman zelf is ook een fervent liefhebber van die dikke bruine jongens waar je zo lekker aan kunt trekken. Ik ben er vrij zeker van dat je samen met hem naar de London Cigar Club kunt gaan, om je daar te goed te doen aan de geneugten van het leven. (Ik zou ook zeker onderhandelen over de secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een kistje Havana’s per week?)

Je ziet het Henk, een hele lijst. Het nadeel is wel dat je je favoriete scheidsrechters moet gaan missen, maar die kun je vanuit je riante villa in de buurt van Soho vast wel een kaartje sturen. Jan “FC” Wegereef en Pieter “Witte tyfushond” Vink zullen dat echt wel waarderen.

Je moet het gewoon doen, snap je?

Dag Henk, het ga je goed. Kusjes van mij aan je vrouw en je drie schatten,

Gino