zaterdag, augustus 02, 2008

Het nummer 23: Wesley Sneijder


In het kader van mijn opleidingsdeel Spaans ben ik bezig een rapport te schrijven over de invloed van Nederlandse voetballers op het Spaanse voetbal. Hiervoor heb ik verschillende (ex-)voetballers benaderd, waarvan Real Madrid-speler Wesley Sneijder de eerste was die reageerde.

Geboren in Utrecht, opgegroeid bij de pleintjes waar ook Marco van Basten leerde voetballen, is het verhaal van de verdere carrière van Sneijder wel bekend. Een product uit de jeugdopleiding van de meest kapitaalkrachtige club van het land, een aanvoerder die af en toe uit zijn slof schoot en begin vorig seizoen voor een megabedrag werd aangetrokken door Real Madrid. Nu bevindt Sneijder zich bij een van de grootste clubs ter wereld, en dat is aan alles merkbaar. De sfeer, de entourage, maar vooral zijn eigen spel.

Hijzelf verduidelijkte al eens waarom hij zoveel gegroeid was in één seizoen, dat lag aan het kritische publiek in Spanje. Heb je daar 3 verkeerde balcontacten op rij, dan word je onherroepelijk uitgefloten. Daar word je als speler beter van, aldus Sneijder.

Mijn mening over de Utrechter heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Ik vond Sneijder in zijn tijd bij Ajax een zwaar overschatte voetballer, ook in het seizoen dat hij om en nabij de 20 goals maakte. Zijn tweebenigheid was een schitterend wapen, maar de steken die hij liet vallen doordat hij niet meeverdedigde, of de vele vrije trappen die hij relatief gezien nodig had voor een goal, waren voor mij reden om te zeggen dat hij niet zo goed was als beweerd werd.
Real Madrid nam de gok, haalde hem met een vernietigend bod van 27 miljoen euro binnen en Sneijder werd meteen gezien als basisspeler. Hij nam het rugnummer 23 over van de vertrekkende David Beckham, een nummer dat hij niet meteen als last zag, omdat het ook zijn nummer was waarmee hij in zijn eerste seizoen bij Ajax debuteerde.
Schuster gaf hem een wat vrijere rol links op het middenveld, waarbij hij veelvuldig naar binnen zou mogen trekken. Later in het seizoen zou hij veel onderling wisselen met de andere aanvallend ingestelde middenvelders, met name Guti en Robinho.

Zijn eerste wedstrijd voor Real, meteen in het eigen Bernabeú tegen stadsrivaal Atletico Madrid, werd een debuut om van te dromen. Met een hard, laag schot uit een indirecte vrije trap (assist van Guti) maakte hij de winnende 2-1 en het Spaanse publiek begon zich toen al te roeren over de toch redelijk onbekende aankoop. Dat het schot onderweg nog aangeraakt werd door een speler van Atletico, mocht de pret niet drukken.
Even later kregen we te maken met de galavoorstelling in de uitwedstrijd tegen Villarreal. Een schandalig stukje deklassering door de mannen in het maagdelijk witte shirt. Het niveau van dat duel is in de laatste voetbaljaargang maar door twee duels gehaald: Liverpool – Arsenal in de Champions League en Nederland – Frankrijk op het afgelopen EK. Hierbij moet opgemerkt worden dat beide teams genoeg kansen hadden om te winnen, iets wat in Vila-real absoluut niet het geval was.


De stijgende lijn kwam even tot stagnatie in het midden van het seizoen, maar aan het einde herpakte Sneijder zich weer en kon Real Madrid zich, mede door zijn 9 goals in de Liga, weer tot kampioen kronen.
Hierna volgde het voor Nederland zo teleurstellend verlopen EK. De eerste twee wedstrijden waren pareltjes, op die twee avonden werd historie geschreven. Helaas liep de wedstrijd tegen Rusland uit op een deceptie, maar dat had natuurlijk van alles te maken met het tragische gebeuren rondom Khalid Boulahrouz. Desondanks liet het Nederlands elftal een verpletterende indruk achter. Zo moest er gevoetbald worden, met het hart op de tong. Een van de belangrijkste aanjagers in dit team en de topscorer van Oranje was, u raadt het al, Wesley Sneijder. Wat mij opviel aan zijn spel op het EK was de wil om alles goed te doen, ook in verdedigend opzicht. Zijn handelingssnelheid is nog meer verbeterd. Hoe zou het afgelopen zijn als niet Van Persie, maar hij die laatste vrije trap had genomen tegen de Russen? Voor Van Persie was het zijn eerste balcontact, voor Sneijder zou het een routineklus betekenen.

Nu staat Sneijder weer aan het begin van een nieuw seizoen, waarin Real Madrid na de trainingsstage in Oostenrijk en de Emirates Cup in Londen weer prijzen wil oogsten, met de Nederlander in een hoofdrol.
Aan de vooravond van het begin van dit nieuwe seizoen kon ik hem een paar vragen stellen, die ik later aangevuld heb met mijn eigen concluderingen.



Je hebt een heel goed eerste seizoen achter de rug, waarin je meteen al redelijk bepalend was voor je team. Niet alleen bij jou was een snelle aanpassing zichtbaar, ook bij Royston Drenthe, Arjen Robben en niet te vergeten Ruud van Nistelrooy toen hij aangekocht werd door Real Madrid. Hoe komt het dat je zo snel gewend bent?
Daar heb ik zelf ook eigenlijk niet echt een verklaring voor. Misschien dat het ermee te maken heeft dat ik niet echt faalangst heb en gewoon mijn spel blijf spelen.


Sneijder geeft aan dat hij die mentaliteit bezit. Deze mentaliteit is iets wat de meeste Ajax-spelers uit de eigen opleiding gemeen hebben, een gevalletje Amsterdamse bluf, het soort zelfverzekerdheid waar toppers baat bij hebben.

Heb je, voordat je naar Real Madrid vertrok, nog informatie ingewonnen bij Nederlandse voetballers die in Spanje voetballen of dat gedaan hebben?
Nee, niet bij spelers van Real. Wel bij mijn oud-ploeggenoot Gabri, die mij alles vertelde over de Spaanse competitie en mij heeft verteld dat het 1 van de mooiste competities ter wereld is.


Waarschijnlijk was de overgang zo snel beklonken dat er geen tijd was om echt uitvoerig te praten met landgenoten over zijn nieuwe club. Hierdoor moest hij het doen met de informatie die zijn ploeggenoot Gabri kon geven. Dit zal uiteraard niet erg beknopt zijn geweest, aangezien Gabri een aanzienlijke tijd bij FC Barcelona op de loonlijst stond.

Je hebt al eens gezegd dat Ruud van Nistelrooy een welkome hulp was in je beginperiode in Madrid. Met wie van je ploeggenoten trek je eigenlijk het meest op?
Met Ruud en Arjen, maar ook Higuain, Raul , Guti en Pepe. Met deze spelers praat ik veel over de wedstrijd, wat er beter kan en wat er fout ging bijvoorbeeld.


Het moge duidelijk zijn, Sneijder probeert zichzelf nog steeds te verbeteren als voetballer. Hiervoor gaat hij niet alleen om met zijn Nederlandse collega’s, maar praat hij dus ook met de “kopstukken” van de ploeg.

Je oud-ploeggenoot John Heitinga gaat spelen voor Atletico Madrid, in hoeverre heb jij hem nog adviezen gegeven?
Het enige wat ik Johnny heb meegegeven is dat de Spaanse competitie 1 van de mooiste is, qua niveau maar ook het spel op zich. Die kans moest hij dus gewoon pakken, ook omdat ze dit seizoen weer Champions League gaan spelen (inmiddels is de loting bekend: Atletico neemt het in de 3e kwalificatieronde op tegen Schalke ’04).


Trainer Bernd Schuster heeft al meerdere malen zijn bewondering geuit over de Nederlandse groep bij Real Madrid. Neemt hij jullie vaak apart om bepaalde dingen door te spreken?
Ja, hij neemt ons regelmatig apart. Maar dat doet hij ook bij de andere spelers.


Schuster weet dus de verschillende voetbalculturen apart te instrueren. Naast dat hij zijn manschappen regelmatig apart neemt, spreekt hij ze veel gezamenlijk toe. Hierdoor ontstaat er een groot gevoel van eendracht in het veld, iets wat een aantal jaar geleden bij Real Madrid wel anders was.

Is er eigenlijk sprake van een hiërarchie binnen de spelersgroep van Real Madrid en zo ja, hoe ziet die er uit? Wie zijn bijvoorbeeld de echte leiders?
De hiërarchie is er wel. De echte leiders zijn Raul, Guti en Casillas. Dat zijn tevens de jongens die bij de club groot zijn geworden. Zij zijn om die reden ook degenen die hier veel te vertellen hebben.



In je tijd bij Ajax was je aanvoerder en een dragende speler. Wat is jouw huidige rol bij Real Madrid? Ben je hier meer een dienende speler of laat je je hier ook gelden?
Ik ben hier binnen gekomen als dienende speler, maar ben in de loop van het seizoen wel meer een dragende geworden. Ook omdat de trainer dit van mij verwacht.


Sneijder heeft zich dus in een seizoen opgewerkt tot één van de steunpilaren van een van de grootste teams ter wereld. Naast hem zijn natuurlijk Robben en Van Nistelrooy ook dragende spelers voor de Madrilenen. Dit geeft maar weer eens aan hoe goed Nederlandse voetballers in Spanje passen.


Tijdens het EK hebben we kunnen genieten van een Nederlands elftal dat met veel plezier zijn groepswedstrijden afwerkte. Wie waren de leiders van dat team, in de kleedkamer en op het veld?
De echte leiders binnen en buiten het veld waren of zijn Van der Vaart, Van Nistelrooy, Van der Sar, Gio, en ikzelf.


Opvallend om te zien is dat Sneijder in zijn antwoord (bewust of onbewust) 2 namen van de 7 die het spelsysteem hebben bepaald weglaat. Van Persie had natuurlijk de pech dat hij geblesseerd aan het toernooi begon, en om die reden net als Robben veelal mocht invallen.


In de pers werd de factor spelvreugde vaak aangehaald, het plezier spatte van het spel van Nederland af. Aan welke wedstrijd tijdens het EK beleefde jij het meeste plezier en waarom?
Dat waren eigenlijk twee wedstrijden, namelijk die tegen Frankrijk en Italië. Maar als ik moet kiezen, kies ik voor Frankrijk, omdat we toen echt vrij konden voetballen en natuurlijk vier goals maakten. Aan alles was te merken dat men ervan genoot.


We zien hier dat voetballers ook het meeste genieten als er mooi gevoetbald wordt. De wedstrijd tegen Frankrijk was een slepend gevecht met vele hoogtepunten, waaronder Sneijder zijn 4-1 vlak voor tijd, onlangs nog uitgeroepen tot mooiste goal van het EK.

U ziet het, ook uit de woorden van Sneijder blijkt dat hij als persoon veel bijgeleerd heeft sinds zijn onstuimige beginjaren. Komend seizoen zien we of hij deze lijn weet door te zetten. Doet hij dat, dan gloort er misschien wel Europees succes aan de horizon. Houdt u vooral de Spaanse competitie in de gaten.

zondag, maart 23, 2008

Over paaseieren zoeken en de paashaas opeten

Pasen, de wederopstanding. Palmtakken en broodkippen. Bovenal staat het voor verdraagzaamheid en genegenheid naar eenieder die jij liefhebt. We leven te snel tegenwoordig, waarderen het kleine niet meer en winden ons op om de domste dingen. Moet dat nou?

Stichting SIRE begon vorig jaar een campagne tegen de ontluikende agressie van de Nederlandse samenleving. Je hebt er vast wel eens van gehoord, het korte lontje in ons landje. Het is terecht dat hier aandacht aan geschonken wordt, want je zou haast zeggen dat je tegenwoordig het incasseringsvermogen van een professioneel bokser moet hebben om je niet te ergeren aan van alles en nog wat. Dan komt de trein te laat, dan rijdt de bus niet, dan is het winkelpersoneel grof, dan word je nageroepen op straat..

Gandhi zei ooit; “Een zwakkeling kan niet vergeven. Vergevingsgezindheid is een eigenschap van sterkte.” Maak je niet zo druk, wees niet die zwakkeling. Er schuilt een bokser in ieder van jullie, en enkelen zijn haast zo groots als Mohammed Ali was. Qua vergevingsgezindheid dan.

Uit de nieuwjaarsenquête van Editie NL bleek dat de gemiddelde Nederlander voor 2008 vooral als wens had meer te gaan genieten van het leven. Mijn vraag aan jullie is: doen jullie dat ook? Zo nee, sta er eens wat vaker bij stil. Ook al heb je zoveel nare dingen meegemaakt in je leven, er zijn zoveel lichtpuntjes te ontdekken dat je daar vanzelf weer blij van wordt. Het leven is mooi.

De paus zal ongetwijfeld weer met zijn mooie zalvende woorden komen. Urbi et orbi, vrede op aarde, bedankt voor die bloemen..
Gelukkig geloven een hoop mensen in hem, in zijn religie. Gelukkig zijn zij bereid het goede te doen en het slechte te laten. Als heel de wereld dat eens zou doen..

Pasen is ook een moment van bezinning, een mooi rustpunt in een studiejaar of een werkperiode. Zet voor jezelf nou eens op een rijtje waar je heen wil met je leven. Wil je hamburgers bakken? Wil je carrière maken in het bankwezen? Wil je deze studie afmaken? Volg je hart, dat is wat telt.

Lach eens wat vaker. Om jezelf, om situaties, om anderen als je weet dat die anderen er geen problemen mee hebben. De profeet Mohammed vertelde aan Aboe Dzarr dat hij het lachen erg hoog in achting hield; Onderschat niet de minste van de goede werken, al is het maar het glimlachen naar je broeder wanneer je hem tegenkomt.”
Probeer je niet te ergeren aan de kleine dingen, maar lach er een keer om en vergeet het daarna. Niets is zo vervelend als van een mug een olifant maken, voor jezelf en voor anderen.

Het was niet mijn bedoeling om als een welbespraakte Greenpeace-liefhebber over te komen. Het was ook niet opzettelijk mijn bedoeling om zo’n clichématig stuk tekst te schrijven. Het was mijn bedoeling om jullie aan het denken te zetten. Over jezelf, over anderen, over het leven in het algemeen. Wat wil je bereiken? Geniet vooral, dat is wat ik wil meegeven. Geniet, en zorg voor anderen. Je bent gezegend met dit leven.

Zalig Pasen.

dinsdag, maart 18, 2008

It's Alive!

In the past couple of months, even the past year, boast-filled, bragging tracks with easy melodies and simple dance routines took over the radio. I believe you’ll all remember Soulja Boy with his ridiculous hit “Soulja Boy Tell ‘Em”, or Dem Franchise Boyz with their obnoxious “Lean with it, rock with it“, which even was a further parody of the once so blooming and booming US-rap scene. In a time where artists like Gang Starr, Kool G Rap and Rakim paved the way to mainstream success for conscious rappers like Tupac Shakur, Jay-Z or Notorious BIG, there was no time for nonsense. Rap was real. Rappers often came from the cold streets, lived a hard knock life, as “Young HOV” would say so.

Nowadays, this culture is changing rapidly. Everyone who thinks they can rap, who thinks they can create a beat, goes to a studio and records himself a demo. If it’s catchy, it’ll become a hit. Hey, why blame the record companies? They only supply the demand of the consumers. However, they are to blame in some way, because this commercial, blunt music was fuelled in the 1980’s by the same record companies. Remixes, bad synthesizers, large hair and fluorescent clothing, the 80’s were a disaster for the development of pop music.

Then, a new phenom showed up. Rap was something for ethnic minorities to escape their everyday problems, to let out their aggression about society and everything around them that bothered. It became an instant hit. The sound was so refreshing, so unique, often catchy and yet full of things worth saying. The early 90’s were part of hip hop’s Golden Age, featuring artists like the aforementioned Kool G Rap, but also Public Enemy, Big Daddy Kane, Big L, Big Punisher, Nas’ great debut album Illmatic, and so on.

After this, hip hop got too commercial, too “gangsta”, as mentioned by a lot of critics. There was space for goofing around, for meaningless brag and boast songs that were only held together through the beat. At this point, the underground scene played a big part in the development of a new wave of top class hip hop, with a load of conscious rappers. The group held responsible for reviving hip hop would be the Native Tongues Posse, with long-time members De La Soul, A Tribe Called Quest and now-mainstream actors Busta Rhymes, Common, Talib Kweli, Mos Def and Philly-based hip hop band The Roots. Later that decade, most of the members of the Native Tongue Posse went on to form a new hip hop collective, that was influenced by jazz and soul and was distinguished by offbeat rhythms and eerie noises. They called themselves the Soulquarians, and were backed up by mastermind DJ J Dilla, who, unfortunately, died in 2006 due to cardiac arrest.


With the Soulquarians, hip hop received new blood, a fresh face and (again) a lot of mainstream support. This is acknowledged by the success of rappers Common, Mos Def (who pursuits an acting career, appearing in the new Michel Gondry-film “Be Kind, Rewind” (a must see!)), Grammy-award winning band The Roots and the reviving success of old school heroes Wu Tang Clan and KRS-One. Also, the argument that every rapper should be black doesn’t apply anymore. Rap collective CunninLynguists (with the Caucasian DJ Kno) received great critical acclaim with each of their albums, their most recent being 2007’s Dirty Acres. And what about rapper and producer Eminem? He may be goofing around sometimes, but he has written some excellent stuff and is marked as one of the most selling rappers of all time. Or a relatively new face, Brother Ali. Ali is a white albino with a soulful voice and really good lyrics, you should check him out sometime.


Please, don’t listen to the crap that the Billboard serves you. You’d rather begin a search on hip hop websites to learn about real hip hop, real stories and real people.
Hip hop is long before dead, it’s alive and kicking.

zondag, maart 02, 2008

Marketing an Athlete: Some things just fit

In the search for a sponsor object, corporations often see sport as a perfect way to embody their vision or business ideology. The reasons for that decision are quite simple, sport is emotion, it attracts a large public and if winning, sport will get you lots of rewards and respect. Companies love to grab something from that amount of respect, in order to boost their image. What’s even more interesting, is not just a specific sport, but a specific player who stands out due to his specific qualities. Or even a player who dominates a whole sport, for example Roger Federer, who has an endorsement deal with Nike.

The same goes for sponsoring Tiger Woods, but not only because he is the best in his sport. He’s the first ever coloured person to dominate such an elite and “white” sport as golf. This gives people the image that his sponsor, Nike, sure does care about integration and the race-issue, thus adding an “awareness-factor” to their already positive image.
Adidas countered this when Champion stopped providing clothing to the NBA, the world’s leading basketball league. They stepped in, in order to compete with Nike to show that they also care about equality, but also because the mentality in sponsoring is changing. It’s less but bigger objects these days.
That would explain why Puma, the German sports brand, did sponsor all of the African teams in the 2006 Africa Cup of Nations and 2006 World Cup Soccer. This is what we call a natural fit. The corporation is called Puma, named after a cat that lives in Africa, and the sponsor objects in this particular case are all nations in Africa. What better way to identify yourself with merchandising than through a creature from the continent? It’s bound to get a lot of media exposure.

Back to sponsoring a single player. In this category, there are also some natural fits. We’ve had Michael Jordan endorsing Nike, which fitted perfectly with his nickname “Air Jordan”. Subsequently, Nike produced a clothing line under this nickname, with Jordan signature products.

Also in the NBA, more recent, we have a young Slam Dunk-champion, Gerald Green, who was drafted by the Boston Celtics. Doesn’t ring a bell? Well, the main colour in the Celtics’ jersey is green, hence the fit. It’s too bad he was traded to the Timberwolves in the half year after that, and now he plays in his hometown, Houston. Maybe, at the end of this season, when he’s a free agent, he’ll return to Boston in order to attract more sponsordeals.

To conclude with one of today’s most admired young players in the NBA, besides wonderboy LeBron James, Dwight Howard. Howard is a 22-year old center from the Orlando Magic, most famous for his outrageous dunks. He came in 2nd behind Gerald Green in 2007, but managed to snatch the title in front of him this year, in 2008. Howard showed off a couple of incredible dunks that have never been performed before on national television. This kind of creativity, and the positive way in which he presents himself (he’s also a devoted Christian), make him a very, very wanted player for sponsors and teams alike. Just look at him in the two Slam Dunk competitions:

2007

2008

zondag, februari 24, 2008

Tackles: Banning hooligans from the field

Tackling is of all ages. It’s an accepted part of the sport we call football, in America also known as soccer. In the past, football brought up great tacklers, fine young men who could win the ball with a perfectly timed sliding, real technical stuff. Teams who played attractive football were sometimes matched by technically skilled defenders, eventually slumping to defeat by a counter of some sort from the defensive team. It’s a shame that something like that doesn’t seem to exist anymore.

In the wake of a new gruesome attempt to murder someone’s football career, Birmingham City-defender Matthew Taylor is anxiously waiting for his punishment following his so-called “unlucky” tackle on Arsenal-forward Eduardo da Silva. What we saw from TV-footage was Eduardo being launched by an atrocious tackle from Taylor, while the match had only just begun. You saw Eduardo’s lower leg being mangled by the force of the stretched out leg from Taylor, who had absolutely no intention of even hitting the ball, because it was a long time gone when he slid in full stretch. You can even see him smiling when Eduardo is on the ground and Taylor realizes what he has done.

In the past we had a couple of players who deliberately injured a player of the opposite team, sometimes even ending this player’s career. Remember the Manchester derby in which Roy Keane took revenge on Alf Inge Haaland for putting him on the sideline for one and a half years. Haaland had to retire because of that tackle. Maybe you’ll also remember Argentinian midfielder Aldo Duscher, who put David Beckham out for quite a while, or Reading-striker Stephen Hunt who put Chelsea-goalie Petr Cech in a coma. A bit further down memory lane we’ve got Andoni Goikoetxea, the butcher of Bilbao, who cherishes the shoes of his horrifying tackle which broke Diego Maradona’s ankle in a trophy cabinet in his living room.
These are all examples of how wrong it can be to get too physical. Football isn’t about that.

Sure, others will say that they weren’t all on purpose, but is it really that necessary to throw out such a bad tackle? Why even bother? It is bound to get you suspended for quite a while. This is what brings us to my next point. Get those hooligans off the field for as long as the “victim” is injured. If that means, standing by the sideline for eight months, well, so be it. It’s what they deserve after such appalling deeds. We should get back to playing “Joga Bonito”, the beautiful game. In that, there’s no room for butchers and meat mincers.

Of course, there still is something left of the beautiful technical tackling of the early days. The Italians still got it, but they’re aging fast. When will the younger generation step up?

Waarom/Why?

Nou Gino, zeg het eens. Waarom moet je je blognaam nou weer veranderen, en waarom moet je nou in het vervolg delen in het Engels gaan schrijven? De redenen zijn als volgt:
- Zo is het internationaal te lezen, want ik heb natuurlijk wel de nodige ambitie (ahum).
- Zo word ik beter in Engels, en dan het schrijven van de taal.
- Dat is weer belangrijk voor het tentamen dat ik krijg in de komende tentamenweek. Wel zo handig om dat te combineren, for the time being.

Protesten worden alleen behandeld indien schriftelijk ingeleverd. Have fun on the new and improved Whinose.blogspot.com !

maandag, januari 14, 2008

Onder de noemer: Beruchte voetbalclubs

Beruchte voetbalclubs bestaan, en er zijn er een hoop van op de wereld. Nu staan er soms van die clubs in van die lijstjes, waarvan je zegt, daar zou ik wel eens meer van willen weten. Zijn ze echt zo berucht? Wat is er dan zo berucht aan?

Ik zal dit hieronder nader toelichten. Suggesties voor clubs zijn natuurlijk altijd welkom, maar het moet natuurlijk wel zo interessant en obscuur mogelijk zijn.

Balkanklant Partizan Belgrado is deze keer aan de beurt.

De naam
Partizanen was de benaming voor het volksleger van generaal annex president annex dictator Tito van Joegoslavië. Dit volksleger is ontstaan als guerrillabeweging tegen Duitse, Hongaarse, Italiaanse en Bulgaarse bezetters. Het leger heeft Joegoslavië behoed voor de vroege ondergang, als het ware.

De club
Fudbalski Club Partizan (Servisch: ФК Партизан) komt uit Belgrado, de hoofdstad van voormalig Joegoslavië, nu Servië. Ze werd op 1945 opgericht, en is inmiddels onderdeel van de Sports Association Partizan, waar ook een basketbalclub onder valt. Partizan beschikt volgens de UEFA over de tweede beste jeugdopleiding van Europa (na Ajax) en is ook tweede als meest populaire club van Servië, het moet namelijk eeuwige rivaal Rode Ster Belgrado (FK Crvena Zvezda) voor zich laten. Reden hiervoor is de beruchte reputatie van de harde kern van Partizan, de ‘Gravediggers.’
De club heeft, net als veel Oost-Europese voetbalclubs, zijn oorsprong in het (volks)leger. Net als CSKA Moskou bijvoorbeeld. Misschien wel leuk om te vermelden dat Partizan haar eerste internationale duel afwerkte tegen datzelfde CSKA.
Het grootste internationale succes van FK Partizan was de verloren Europa Cup-finale van 1966 tegen het almachtige Real Madrid. Nationaal is de club 19 keer kampioen geweest.
Partizan draagt de clubkleuren zwart en wit, nadat er in de eerste 13 jaar voor kleuren van de Joegoslavische vlag (rood en blauw) was gekozen. Deze kleurencombinatie is tegenwoordig verwerkt in het uittenue.

De fans
Fan zijn van Partizan betekent een fan voor het leven. De fans van Partizan zijn beroemd en berucht om hun fanatisme en sinds de oprichting van de Sports Association Partizan, blijft dit niet alleen bij voetbalfanatisme en –hooliganisme.

Grobari, “Gravediggers”, oftewel grafdelvers. Zo noemen de fans zichzelf. Het is een bijnaam die ze gegeven is door supporters van aartsrivaal Rode Ster, door het zwart in de clubkleuren. Partizan fans noemen supporters van Rode Ster op hun beurt “Cigani”, oftewel zigeuners. In Servië dragen grafdelvers namelijk een zwart pak. Deze groep werd in 1970 opgericht. In 1999 vond er een splitsing plaats tussen de groep, doordat er een gedeelte was (Groep Juzni, oftewel de Zuid-Groep) dat vond dat vooraanstaande Grobari hun topposities misbruikten, en de club hen daar toestemming aan gaf. In 2005 werd dit geschil bijgelegd en er ontstonden, mede door de hang naar nostalgia, drie grote groepen. “Juzni”, “Grobari 1970” en “Grobari Beograd (Belgrado)”. Zij boycotten met ingang van de voetbaljaargang 2005 alle wedstrijden van Partizan, omdat ze vonden dat technisch directeur Bjekovic en secretaris Zecevic wanbeleid uitoefenden. In mei 2007 diende Bjekovic zijn ontslag in, terwijl Zecevic volgde in september, na aanhoudende bedreigingen.

In de tachtiger jaren waren de Grobari een van de vier grootste supportersgroepen in het toen nog heel grote Joegoslavië, met als gevolg dat ze elke wedstrijd (uit of thuis) van Partizan bezochten, ook in Europa. Doordat ze, als gevolg van hun overdreven nationalisme (de korte lont in het Balkan-vat), het niet lichtzinnig opnamen tegen supporters van andere clubs, kregen de bezoeken van Partizan al gauw de stempel “strafexpedities” opgedrukt.
De grafdelvers bedienen zichzelf nog altijd van luidkeels gezang en geklap, meestal de volle 90 minuten lang. Wat voor sfeer dat veroorzaakt? Kijkt u hier maar eens. Of hier.

Bekend volk?
Jazeker! Danko Lazovic, tegenwoordig spits van PSV, begon er zijn carrière. Ook Mateja Kezman, ex-PSV en tegenwoordig Fenerbahçe, kende er zijn jeugdopleiding en eerste stappen. Daarnaast hebben we ook nog Sasa Ilic, vermaard spelmaker van onder andere Galatasaray, altijd getooid met nummer 22.

Berucht?
Met zekerheid is dit één van de beruchtste teams uit de Balkan. Ga er maar eens op bezoek, als je durft.

woensdag, januari 09, 2008

Iker

Helden.

Je hebt ze in alle soorten en maten.
Hillary, Obama, McCain, Monica Lewinsky, Paris Hilton.

Soms net iets te dik, soms iets te dom, soms te lomp en soms te krom. Soms ook bijzonder getalenteerd.

Er zijn mensen bij wie de voornaam genoegd zegt, bij wie deze boekdelen spreekt. Diego is er eentje, verwijzend naar de lijntjessnuivende baltovenaar. Iker mag er ook wezen.

Het jongetje werd in 1990 als 9-jarige naar het roemruchte Real Madrid gehaald, om daar in de jeugdopleiding te werken aan zijn talent als doelverdediger. De gevolgen zijn inmiddels bekend. Iker brak in 1999 door als vaste keeper van het sterrenelftal, en is sindsdien slechts uit zijn doelmond verdwenen vanwege blessures of voorgeschreven rust. Hij zag Galacticos als Zidane, Ronaldo, Figo komen en gaan, zelfs cultheld Steve McManaman maakte hij mee. Deze spelers zijn inmiddels gestopt of verder gegaan met hun carrière, die echter nooit meer zo’n hoogtepunt zal bereiken dan bij Real Madrid. Deze club is nog altijd het dak van de wereld, de grootste van allemaal. Iker is daar de onbetwiste nummer één, de eerste naam op het wedstrijdformulier. 26 jaar pas.

Hij zal zelf de eerste zijn om te ontkennen dat hij de beste is. Laatst bij Radio Marca (een Spaanse sportkrant) gaf hij aan dat hij niet de beste was, maar “gewoon Iker”. Fans en voetballiefhebbers weten inmiddels wel beter. Hij mag dan niet de nonchalance en de gratie hebben van de Italiaan Buffon (Juventus red.), maar hij pakt wel degelijk de meeste punten voor zijn ploeg. Een man als Iker is goud waard, weten ze inmiddels ook bij Real.

Afgelopen weekend gaf hij weer acte de présence, thuis tegen Real Zaragoza. Waar Real eerder dit jaar met 2-2 gelijkspeelde tegen dit sterke collectief, werd het nu in eigen huis 2-0 door doelpunten van Ruud van Nistelrooy en Robinho. Maar eigenlijk vooral door Iker. Hij redde de thuisploeg een aantal keer op magistrale wijze. Inzetten van de lijn, uit de hoek, één op één, noem het maar op. Iker had ze, en is hard op weg zijn eigen record zonder tegendoelpunt te verbreken.

Op de persconferentie na afloop gaven beide trainers toe dat het moeilijk scoren werd, zolang die doelman van Real zo zijn best deed. Zij kregen bijval van de spitsen van Zaragoza, Diego Milito en Ricardo Oliveira, ook geen kleine jongens.

Bovenal is deze Iker een bijzonder goedgemanierd mens met het hart op de juiste plaats. Hij heeft nooit gezeurd om contractverbetering, al stak het hem natuurlijk wel dat hij een stukje minder verdiende dan zijn ploegmaats. Het zou aan bod komen, wanneer het tijd was. Inmiddels is die contractverbetering er gekomen, en zijn ze naar verluidt bezig met een standbeeld dat voor het imposante Bernabeú moet komen te staan. Een beeld zoals we dat al zo vaak hebben gezien van hem, het lichaam op het gras, de bal klem in de handen, die geconcentreerde blik op het leer. Het standbeeld van een levende legende.

“San” Iker.

zondag, januari 06, 2008

Waar is links?

Het Openbaar Ministerie heeft weer van zich doen spreken. Men heeft 17 neo-nazi’s, oftewel extreemrechtse personen opgeroepen om terecht te staan in de rechtbank. Dit gebeurt naar aanleiding van de vechtpartij tussen extreemrechtse en extreemlinkse mensen vorig jaar bij Bob’s Saloon in Uitgeest.

Daar hield de Nationalistische Vrijheids Beweging (NVB) een vergadering, onder toezicht van de Nederlandse tak van de neonazistische vereniging Blood and Honour. Deze vergadering werd vervolgens verstoord door een groep van zo’n 100 man van de AFA, de Anti Fascistische Actie. De leden van Blood and Honour lieten dit niet op zich zitten en gebruikten fysiek geweld. U kunt het gevolg wel raden, er vielen een paar gewonden.

Meestal is het zo dat er twee mensen schuld hebben aan een ruzie, of in dit geval vechtpartij. Het Openbaar Ministerie lijkt echter niet zo te denken, aangezien géén van de 100 demonstranten (die uiteraard niet met een witte roos in de hand zwijgzaam stonden te protesteren) van extreemlinkse kant wordt gedagvaard. Is het OM ervan overtuigd dat zij onschuldig zijn? Of pakt men liever de door de media gedemoniseerde extreemrechtse kant aan, om zo makkelijk te scoren?

Het blijft een feit dat alles dat de naam extreem draagt, nogal extreem fout is. Of het nu rechts of links betreft, het is van beide kanten net teveel om nog serieus genomen te kunnen worden, of om überhaupt goede ideeën te hebben. Maar moet dan slechts één kant lijden onder de daden van twee? Alleen maar omdat die fysiek geweld gebruikt hebben? Volgens mij krijgt men voor de woorden “homo” en “hondelul” tegen de politie tegenwoordig ook weer een boete.

woensdag, januari 02, 2008

Nieuwjaarspreek

Het is alweer 2008. Soms gaat de tijd snel.

Ik zou net als iedereen traditioneel doet hier een stukje kunnen schrijven over het afgelopen jaar, over eventuele goede voornemens, of een oproep aan de bevolking, zoals Hare Majesteit elk jaar netjes doet.

Dat doe ik dus niet. Ik verbaas mij liever over de vele nieuwjaarspreken en ‘afspraken met jezelf’. Het is weer tijd om te stoppen met roken, om die extra kilo’s eraf te halen en ze vervolgens in de zomer weer terug te krijgen, om wat meer te gaan sporten. Allemaal niet zo heel interessant.

Nee, wat ik wel interessant vond, was de enquêteuitslag van TNS/NIPO bij Editie NL. De Nederlander had als voornaamste goede voornemen om in 2008 meer te gaan genieten van het leven. Dat vind ik nou goede voornemens, en dat zou ik ook aan jullie mee willen geven. Geniet vooral, neem de tijd om te genieten, en laat je die momenten niet afsnoepen.

Een gezond 2008 toegewenst.