Het vervallen Koninkrijk der Nederlanden, 4 mei 2050.
In Tilburg-Zuid worden de nationalisten bevoorraad door een gekaapte Jumbo-vrachtwagen. Kratten met munitie en voedselpakketten worden gelost. De bevolking, althans, wat er van over is, staat te trappelen om wat vers water. Sinds de drooglegging van ’45 is dat een kostbaar goedje. De staat heeft de kraan toen dichtgedraaid, en het Koninklijk Huis is nu de enige afnemer van wat ooit zo rijkelijk door de leidingen stroomde. Heel soms stuurt Hare Majesteit Koningin Amalia een paar regentonnen mee, om zo deze kant van de bevolking te vriend te houden.
Groot gelijk heeft ze, vinden ze hier. Die lelijke zwartnekken verdienen het niet, en zij hebben aan deze hoeveelheden genoeg. De hongerwinter van ’41 leerde de nationalistische guerrillabeweging om te gaan met schaarsheden.
Het spandoek “Geen halalvlees in onze supermarkt!” is gerafeld, de kogelgaten zijn niet meer op 1 hand te tellen. Een pamflet van een man met een grote blonde coupe lacht ons toe vanaf de vervuilde grond. Was dit de vrijheid die hij voor ogen had?
Die geitenneukers moeten weg, liever vandaag dan morgen.
Een monument voor de filmmaker met die beroemde uitspraak is nergens meer te bekennen.
De Westermoskee is ook afgebroken, nadat het daar tot een gewelddadige confrontatie kwam tussen de twee partijen.
In Tilburg-Noord verzamelen de terroristen zich bij het terrein van de voormalige voetbalclub JPS, nabij de autowrakken van het vroegere “Care”. Een jongen kan zijn stoere praatjes niet voor zich houden en begint op te scheppen over zijn spijkerbom bij het Korvelplein van een dag eerder, er vielen 5 doden.
Deze 13-jarige ‘westside gangster’ met teveel vrije tijd om handen kan gerust doorgaan voor de moderne kindsoldaat, met de hoeveelheid aanslagen die hij op zijn geweten heeft.
Ergens anders leest een op Aart Staartjes lijkende man, uiteraard wel met baard, voor aan de jongere kinderen uit een groot boek. De kleintjes knikken eenduidig bij de woorden “dood” en “ongelovigen”.
Het is lang geleden dat iemand de muur, die dwars door het centrum en de wijk Jerusalem loopt, durfde te trotseren. Er zijn gewone doorgangen, maar die worden natuurlijk van beide kanten streng gecontroleerd. Ondergedoken familie kan niet worden bezocht.
Dan luidt precies om 20:00 in Tilburg-Zuid de dodenklok. Vroeger een teken van rust, van opperste stilte en verbroedering. De guerrilla’s gaan echter onveranderd door, ook tijdens de voor hen ooit zo belangrijke herdenking.
Hij mijmert: “Dag mam, ik zal je nooit vergeten..”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten