dinsdag, september 19, 2006
Palermo: Met het schaamroze op de kaken
We schrijven 2004, het jaar waarin de Zomerspelen van Athene een groot succes werden. Herinnert u zich Tiësto nog? Of de glorieuze fout van “onze” Oranje estafette ploeg op de 4 x 100 meter? In Palermo zullen ze die zomer nog lang herinneren. Het was de zomer van hún club, hún trots. Het was het jaar waarin één lange man uit Pavullo nel Frignano alle aandacht op zich wist te vestigen..
Unione Sportivo Città di Palermo SpA werd opgericht in 1898 als de Anglo Parnomithan Athletic and Football Club op het Italiaanse eiland Sicilië. Duidelijk af te leiden uit de clubnaam is de invloed van Engelse migranten, maar omdat de Italianen nou eenmaal een trots volkje zijn, werd de naam al in 1907 aangepast naar Palermo FBC (Foot Ball Club), zodat de Engelse invloed minder goed zichtbaar zou zijn. In dat jaar zijn ook de huidige clubkleuren roze en zwart vastgesteld.
De club mocht, na jaren van voetbal op regionaal niveau, in 1929 voor het eerst meedoen aan een professionele liga, de toenmalige Serie C. Dat ze het niveau met gemak aankonden, bleek wel toen ze al in 1932 promotie afdwongen naar de Serie A. Een mooie tijd leek aan te breken voor de Sicilianen.
Leek ja, want door financieel wanbeleid werd de club in 1939 opgeheven door de Italiaanse voetbalfederatie. Niet getreurd, want de club werd opnieuw opgericht en in 1948 keerde het weer terug naar de Serie A.
Tot aan het jaar 1973 speelde Palermo wisselend in de Serie A en B, met de legendarische en charismatische voorzitter Renzo Barbera. Zelfs nu nog wordt gerefereerd aan die glorietijden en die supervoorzitter, het stadion draagt zijn naam vol trots. In deze tijd speelde Palermo 2 finales (tegen Juventus en Bologna) om de Coppa Italia, maar beiden gingen verloren.
Na deze periode van hoogtij moest er natuurlijk wel een mindere periode komen, maar weinigen hadden kunnen voorspellen dat het zó erg zou worden. Palermo speelde jaren in de marge, maar door de aanhoudende conflicten in de top van het bestuur, ging de club opnieuw ten onder.
Nu schijnt het zo te zijn, dat de maffia ermee te maken had. Ojajoh? Zou je denken, in een gebied als Sicilië?
De maffia staat in Sicilië bekend als de “Cosa Nostra” (vertaald: onze zaak). Het is een geheime organisatie (of wat je geheim kunt noemen) van mensen die op basis van het feodalisme opereren. Het feodalisme gaat er vanuit dat men beschermheren, in dit geval de grootgrondbezitters, de maffia, nodig heeft. Zo beïnvloeden ze bestuursleden, politieofficiers en andere hoge bazen. In het zuiden van Italië wordt niet geregeerd door de premier, zul je dan ook veel inwoners horen zeggen. Vandaar dat het jarenlang een achtergesteld gebied is geweest. Door de invloed van de maffia zijn er wegen gebouwd die nergens op uitkomen, flats neergezet die nooit bewoond zijn en ga zo maar door. Veel geld is weggegooid of in de zakken van de capi (bazen) verdwenen.
Door de medeplichtigheid van velen, het diepgewortelde wantrouwen tegenover de staat en de angst voor represailles wilde niemand meer tegen de maffia getuigen en durfde slechts een enkeling het tegen de bendes op te nemen.
Goed, terug naar de relatie van de maffia met de voetbalclub. In de tijd van de tweede teloorgang van de FBC Palermo stond Vito Ciancimino aan het hoofd van het politieke Palermo. Het was de tijd van de grote bouwexplosie. 's Nachts werden de liberty-paleisjes met de grond gelijk gemaakt en daarvoor in de plaats kwamen aan de rand van de stad hele wijken van betonnen woonkazernes. Met het oude centrum, zwaar beschadigd door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, hielden Ciancimino en zijn opvolgers zich niet bezig. Vrienden van Ciancimino zaten in het bestuur van de voetbalclub, die in plaats van investeerders te zoeken, maar geld uit bleven geven aan spelers van het niveau Flierefluiters 17. Die spelers waren getipt door of bevriend met bekenden van het bestuur en het was de taak van het bestuur om een goede boterham te beleggen voor deze mensen. De voetbalclub was dus feitelijk gedoemd om ten onder te gaan door de invloed van de maffia.
In de herfst van 1987, na een jaar zonder voetbal in Palermo, werd de club onder de huidige naam opgericht. Nu eindelijk vrij van invloed van de maffia, mede dankzij het uitstekende speurwerk van rechter Giovanni Falcone (hierbij raad ik iedereen de speelfilm “Falcone” aan), die een groot aantal maffiosi achter de tralies zette. De jaren gingen gestaag voorbij, met een enkele uitschieter in 1996, toen men de kwartfinale van de Coppa haalde met legendarische overwinningen tegen het toen zeer sterke Vicenza en Parma.
In de late jaren negentig verscheen een nieuwe voorzitter op het toneel. Zijn naam? Franco Sensi, tegenwoordig voorzitter van AS Roma. Hij maakte de eerste structurele hervormingen binnen de club, waardoor ze in 2001 promoveerden naar de Serie B. In de zomer van 2002 werd de club verkocht aan de huidige voorzitter, Maurizio Zamparini.
Als voormalig voorzitter van Brescia had hij een goed oogje op de spelers daar en zodoende haalde hij er een aantal mee naar zijn nieuwe team, Palermo. Met die spelers ging het Palermo voor de wind. Een vijfde plaats in 2003, met een verloren promotie/degradatieduel tegen Lecce ten spijt, werd er in het volgende seizoen alles aan gedaan om de inwoners te laten huilen van geluk. Halverwege het nieuwe seizoen werd Silvio Baldini op straat gezet en de huidige coach Francesco Guidolin (die weer terug is na een uitstapje bij AS Monaco) aangesteld. Dit bleek de sleutel tot succes, want tot ieders vreugde won Palermo de Serie B op doelsaldo van Cagliari, dat destijds met de frivole Gianfranco Zola speelde.
Die zomer staat nog steeds vers in het geheugen gegrift, mede dankzij die lange man uit Pavullo, Modena. Mede dankzij Luca Toni.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Prachtig stukje :clap:
Een reactie posten